Endurance Artikel 607 - Hulpmiddelen

  1. Een glijdende martingaal is toegestaan. De martingaal mag het paard niet belemmeren in de natuurlijke beweging en balans. Het paard moet met de neus tot voor de loodlijn kunnen komen. Andere type hulpteugels zijn niet toegestaan. 
  2. Sporen zijn niet toegestaan.
  3. In de impulsrubriek, klasse I en klasse II is het gebruik van een zweep toegestaan. De zweep mag maximaal 90 cm lang zijn.
  4. Tijdens de wedstrijd mag een hartslagmeter gebruikt worden. Bij keuringen is het gebruik van een hartslagmeter verboden.
  5. Een deelnemer mag gebruik maken van een oornetje, vliegenfrontriem en/of neusnetje bij het paard tijdens de wedstrijd, wanneer:

    a. het neusnetje uitsluitend de neus van het paard bedekt; het bit moet zichtbaar zijn. Daarbij geldt dat het netje niet mag knellen;

    b. het oornetje de ogen van het paard niet bedekt of irriteert, het orenspel niet belemmerd wordt en het oriëntatievermogen niet wordt beïnvloed. Ingeval van gebruik van een vliegenfrontriem mag deze de ogen niet irriteren en het orientatievermogen niet beïnvloeden.

    c. Het gebruik van een oornetje, vliegenfrontriem en/of neusnetje kan op ieder moment door een official onderzocht worden. Wanneer er onjuist gebruik van wordt gemaakt, kan een official overgaan tot het uitsluiten van de combinatie. Wanneer het onjuiste gebruik in strijd is met de Gedragscode Welzijn van het Paard (en als wreedheid kan worden aangemerkt) volgt diskwalificatie en wordt dit aan de KNHS gerapporteerd.

     

  6. Het gebruik van een masker en andere gezichtsbedekking bij het paard (anders dan in dit artikel genoemd) zijn niet toegestaan