Artikel 22, 23, 24, 25 - Dierenartsen

Deze artikelen zijn onderdeel van het Algemeen wedstrijdreglement, Hoofdstuk 4 - VETERINAIRE BEPALINGEN, VERPLICHTINGEN EN FUNCTIES

Artikel 22 - Behandelend Dierenarts

  1. De Behandelend Dierenarts is door de wedstrijdorganisatie aangesteld om bij ongevallen, ongelukken, ziekten en andere calamiteiten diergeneeskundige hulp te verlenen. 
  2. De Behandelend Dierenarts dient permanent aanwezig te zijn. Wanneer dit niet mogelijk is, dient de Behandelend Dierenarts oproepbaar te zijn. 
  3. De Behandelend Dierenarts is adviseur in veterinaire zaken voor de wedstrijdorganisatie, de Federatievertegenwoordiger, de jury en de deelnemers. 
  4. De Behandelend Dierenarts neemt aangaande veterinaire handelingen zelfstandig een besluit. Hij stelt hiervan direct de (voorzitter van de) jury in kennis. 
  5. Indien naar het oordeel van de Behandelend Dierenarts de wedstrijdorganisatie onvoldoende aandacht besteedt aan aangelegenheden van veterinaire aard, stelt hij hiervan direct de Federatievertegenwoordiger op de hoogte. 
  6. De functie van Behandelend Dierenarts is niet verenigbaar met de functie van Wedstrijddierenarts. 
  7. De Behandelend Dierenarts behandelt tijdens een wedstrijd op verzoek van de deelnemer diens paard. 
  8. Alle bijzonderheden van veterinaire aard, die zich tijdens de wedstrijd hebben voorgedaan, worden (op verzoek van de Behandelend Dierenarts) vermeld in het rapport van de Federatievertegenwoordiger. 
  9. Wanneer een paard op het wedstrijdterrein een behandeling heeft ondergaan dient de Behandelend Dierenarts de identiteit van het paard vast te stellen. Dit wordt gerapporteerd aan de Federatievertegenwoordiger, die dit opneemt in zijn rapportageformulier aan de KNHS. 
  10. Indien het welzijn van een paard dit vereist, is de Behandelend Dierenarts bevoegd het paard te euthanaseren conform de bepalingen van het protocol ‘Ernstig gewond of gestorven paard’ (bijlage 2). 
  11.  Wanneer een paard voor of tijdens een wedstrijd een behandeling heeft ondergaan adviseert de Behandelend Dierenarts de (voorzitter van de) jury of het verantwoord en toegestaan is, dat met het desbetreffende paard (verder) wordt deelgenomen aan de wedstrijd. 
  12. Het overlijden van een paard dient door de behandeld Dierenarts te worden vastgesteld zoals het Protocol ‘Ernstig gewond of gestorven paard’, bijlage 2 van dit reglement, voorschrijft.

Artikel 23 - Controlerend Dierenarts

 

  1. Een Controlerend Dierenarts is door de KNHS als official aangesteld om controles uit te voeren conform hetgeen is bepaald in het Reglement Ongeoorloofde Middelen voor het Paard. 
  2. De functie van Controlerend Dierenarts is niet verenigbaar met een andere functie tijdens eenzelfde wedstrijd. 
  3. De taken en bevoegdheden van een Controlerend Dierenarts zijn opgenomen in het Reglement Ongeoorloofde Middelen voor het Paard. 

Artikel 24 - Wedstrijddierenarts

  1. In de disciplines Samengesteld Mennen, Eventing, Endurance en Mendurance is de wedstrijdorganisatie verplicht één of meer Wedstrijddierenartsen aan te stellen, die de veterinaire keuringen verzorgen voor, tijdens en na de wedstrijd. 
  2. Het doel van een veterinaire keuring is ervoor te zorgen, dat alleen paarden aan de wedstrijd deelnemen die gezond, voldoende fit en vrij van verwondingen, drukkingen en/of andere het paard belemmerende kwetsuren zijn. 
  3. Een Wedstrijddierenarts is official van de KNHS wanneer hij als zodanig door het KNHS-bestuur is benoemd, voorkomt op de KNHS-officiallijst en in het bezit is van een door de KNHS verstrekt identificatiebewijs. Deze functie mag in dit geval niet gecombineerd worden met de functie van Behandelend Dierenarts of enige andere functie. 
  4. Veterinaire keuringen dienen volgens het gestelde in het desbetreffende disciplinereglement door de Wedstrijddierenarts, dan wel onder diens leiding, plaats te vinden. 
  5. De Wedstrijddierenarts is gerechtigd om taken te delegeren, maar behoudt de eindverantwoordelijkheid.
  6. Voor de keuring dient door de Wedstrijddierenarts de identiteit van het paard te worden vastgesteld aan de hand van het bij het paard behorende paspoort. 
  7. Wanneer het paardenpaspoort niet overlegd kan worden, wordt de deelnemer uitgesloten van (verdere) deelname aan de wedstrijd. 
  8. Indien het paard naar het oordeel van de Wedstrijddierenarts niet in staat is aan de wedstrijd deel te nemen, meldt de Wedstrijddierenarts dit aan de jury. 
  9. Een besluit, betrekking hebbend op het (verder) kunnen deelnemen van een combinatie, span en/of paard, wordt genomen door (de voorzitter van) de jury, op advies van de Wedstrijddierenarts. 
  10. Voor de discipline specifieke en/of aanvullende taken en bevoegdheden van een Wedstrijddierenarts wordt verwezen naar het van toepassing zijnde disciplinereglement.

Artikel 25 - Privé-dierenarts

  1. Het is een deelnemer toegestaan zijn paard op de wedstrijddag te doen behandelen door een privédierenarts.
  2. De privé-dierenarts verricht zijn werkzaamheden zodanig, dat de voortgang van de wedstrijd daarvan geen hinder ondervindt. 
  3. Een privé-dierenarts is uitsluitend bevoegd op de wedstrijddag op het wedstrijdterrein diergeneeskundige behandelingen te verrichten wanneer hij zich van tevoren samen met de deelnemer heeft gemeld bij de Behandelend Dierenarts en heeft overlegd welke behandeling hij wil gaan uitvoeren. 
  4. De wedstrijdorganisatie kan de privé-dierenarts aanwijzingen geven met betrekking tot het tijdstip en de locatie waar de behandeling dient te worden uitgevoerd. 
  5. Voor de beroepsmatige verhouding tussen de Behandelend Dierenarts en de privé-dierenarts is de Code van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde van toepassing.  

Naar het volgende artikel