De jury is gerechtigd in de navolgende gevallen een ruiter te diskwalificeren/ uit te sluiten hetgeen door de Federatievertegenwoordiger wordt gerapporteerd aan de KNHS en wat leidt tot een administratieve maatregel:
- Wanneer een deelnemer na beëindiging van het parcours of na te zijn uitgesloten niet onmiddellijk de ring verlaat.
- Wanneer een deelnemer na te zijn uitgesloten of na te hebben opgegeven meer dan één poging doet om een enkelvoudige hindernis te springen of een hindernis in de verkeerde richting springt, alvorens de ring te verlaten.
- Wanneer een deelnemer na door de finishlijn te zijn gereden één of meer hindernissen springt die tot het parcours behoren.
- Wanneer een deelnemer op het inspring- of losrijterrein andere hindernissen gebruikt dan door de organisatie beschikbaar gesteld (art. 241 en 244).
- Wanneer bij herhaling wordt geconstateerd, dat een paard het verkregen startnummer niet zichtbaar draagt (art. 252).
- Wanneer een deelnemer de reclamevoorschriften van de KNHS met betrekking tot zijn kleding of het harnachement van het paard niet in acht neemt.
- Wanneer een deelnemer de voorschriften of richtlijnen van het bestuur van de wedstrijdorganisatie niet in acht neemt.
- Wanneer een deelnemer iets aan de hindernissen van het parcours verandert.
- Wanneer een deelnemer zich niet aan opdrachten van officials houdt of zich tegenover officials onbehoorlijk gedraagt.
- Wanneer een deelnemer zich ondanks een waarschuwing aan inbreuk op de regels schuldig maakt.
- Wanneer een deelnemer zich niet houdt aan de voorschriften betreffende kleding en harnachement.
- Alle gevallen van wreedheid.