- De startlijst met daarop de startvolgorde voor iedere rubriek moet willekeurig, zo mogelijk door loting worden vastgesteld. Een startlijst mag niet in alfabetische volgorde op naam van de deelnemers of op naam van de paarden worden gemaakt.
- Indien een deelnemer met meer dan één paard aan een rubriek deelneemt, dan kan de jury de startlijst zodanig wijzigen dat er zo mogelijk tenminste tien andere deelnemers tussen de desbetreffende paarden zijn.
- Indien dezelfde deelnemers en paarden aan meer dan één rubriek van de wedstrijd deelnemen, kan dezelfde startlijst worden gebruikt met dien verstande dat indien het twee rubrieken betreft voor de tweede rubriek halverwege de startlijst wordt begonnen en de deelnemers en paarden in de eerste helft van de startlijst daarna starten. Indien het drie rubrieken betreft, wordt de startlijst in drie gelijke delen verdeeld en wordt in de tweede rubriek op één derde van de startlijst begonnen en bij de derde rubriek op twee derde.
- Indien er een klassement is voor de beste deelnemer van de wedstrijd, mag dit worden gebruikt om de startvolgorde van de grote prijs te bepalen. Dit dient in het vraagprogramma te worden vermeld. Bij finalerubrieken is het toegestaan om de startvolgorde vast te stellen op volgorde van kwalificatie voor de finale, met dien verstande dat de laagst geplaatste deelnemer als eerste start en de hoogst geplaatste deelnemer als laatste. Dit dient in het vraagprogramma te worden vermeld.
- Tijdens een wedstrijd kan aan ieder paard door de organisatie een zogenaamd hoofdstelnummer worden toegekend. Dit nummer blijft gedurende het gehele wedstrijd hetzelfde en moet te allen tijde op het wedstrijdterrein door het paard worden gedragen. (zie art. 242)
- Afwijkend van hetgeen is bepaald in het Algemeen wedstijden is het toegestaan om bij finalerubrieken (waarvoor een deelnemer zich tijdens voorafgaande parcoursen heeft dienen te kwalificeren) meerdere of alle klassen in handicap met elkaar te laten verrijden mits dit over het zelfde parcours gaat.