Regenschurft
In het najaar ontwikkelen paarden soms regenschurft, een vervelende en soms hardnekkige huidaandoening. Die heeft niets te maken met ‘schurft’ of schurftmijten, maar wordt veroorzaakt door een bacterie, die goed gedijt op een vochtige huid.
De Latijnse naam van de bacterie die regenschurft oftewel dermatophilose veroorzaakt, is Dermatophylus congolense. Dermatophilose is de duidelijkst te diagnosticeren bacteriële huidaandoening bij het paard. De infectie bij het paard kan een bron zijn voor infectie bij de mens. Het is dus een zogenaamde zoönose, een ziekte die van dieren op mensen kan overgaan. Er ontstaan bij de mens in zeldzame gevallen grote pustels die gepaard gaan met jeuk. Dit is echt uitzonderlijk, want de aandoening is in Utrecht nog nooit gezien bij de verzorgers of studenten die met paarden met dermatophilose in aanraking waren geweest. Toch is het wel verstandig goed op te passen en een paard met dermatophilose alleen met handschoenen te behandelen.
Waar komt het door?
De bacterie kruipt via schaafwondjes in de oppervlakkige cellen van de huid en in de wortelschedes van de haren. Dit gaat het makkelijkst als de haren en de huid nat zijn en het oppervlakkige beschermende ‘waslaagje’ verloren is gegaan. Regenschurft zien we dan ook meestal bij dieren die langdurig buiten lopen in regenachtig weer. Dieren die onder zeer vochtige slechte hygiënische omstandigheden worden gehuisvest, kunnen ook op stal dermatophilose krijgen. Een tweede factor waardoor deze bacteriën een kans krijgen is een beschadiging van de huid, door bijvoorbeeld stekende insecten of schuren.
Hoe ziet het eruit?
De aandoening kan in eerste instantie op een schimmelinfectie lijken. De aandoening is echter al snel pijnlijk, wat bij een schimmelinfectie vrijwel nooit het geval is. Er is meestal geen jeuk. Later ontstaan korstjes die bij verwijdering een roze open plekje achterlaten. De korsten zijn aan de onderzijde vochtig en pussig. De wortels van de haren steken er vaak doorheen en daarom worden ze ook wel schilderskwast genoemd (in het Engels paint brush).
Waar zit de aandoening?
Vaak is het bovenste deel van de rug en de achterhand aangetast. Ook is het patroon waarin het water loopt, soms te herkennen. De ziekteduur varieert van twee tot zes maanden en vaak genezen de dieren spontaan.
Hoe stelt de dierenarts de diagnose?
Door het zeer typische klinische beeld is de diagnose al vrij zeker. Om het helemaal zeker te weten moeten er korsten naar het laboratorium worden gestuurd, waar ze op kweek worden gezet. Soms is het mogelijk in een uitstrijkje van de pus de bacterie al direct onder de microscoop te herkennen.
Waaruit bestaat de behandeling?
De behandeling bestaat uit het verwijderen van de korsten en het herhaaldelijk wassen met een desinfecterende shampoo. De aangetaste plekken zijn soms zo pijnlijk dat voor het wassen een sedatie (rustigmakend middel) noodzakelijk is. Een behandeling met een antibioticum is alleen nodig in ernstige gevallen of in gevallen waarbij wassen, bijvoorbeeld als gevolg van de weersomstandigheden, niet haalbaar is. Pas als alle plekken op de zadel- en singelplaats volledig zijn genezen, kan het paard weer worden gereden. Doorgaans verloopt de genezing door behandeling, in overleg met de dierenarts, veel sneller dan bij afwachten.
Is het te voorkomen?
De huid van een paard kan zich doorgaans goed tegen allerlei binnendringende kiemen verdedigen. Als de huid echter langdurig nat is, zeker als tussendoor het paard wel wordt gepoetst, kruipt de bacterie soms toch in de huid en veroorzaakt dus heel pijnlijke ontstekingen. Het voorkomen van deze aandoening door paarden en pony’s niet langdurig in de regen te laten staan is dus het beste.
Bron: Artikel Paard&Sport oktober 2015
Tekst en foto's: Marianne Sloet