PPID

PPID wordt veroorzaakt door een hormonale storing. Er wordt de laatste jaren veel onderzoek gedaan naar deze aandoening. Daardoor is ook een betere behandeling mogelijk.

Pituitary Pars Intermedia Dysfunction of te wel PPID is een ziekte die tegenwoordig steeds beter herkend wordt. Het is namelijk een van de meest voorkomende hormoon-gerelateerde ziektes bij het oudere paard. Naar schatting heeft 15-30% van de paarden ouder dan 15 jaar de ziekte van PPID! Dit hoeft trouwens niet te betekenen dat het niet bij jongere paarden voorkomt want het is al gevonden bij paarden vanaf 7 jarige leeftijd. Eerder stond PPID bekend als het syndroom van Cushing, wat ook bij mensen voorkomt. Echter bleek het bij paarden toch anders in elkaar te zitten, vandaar de nieuwe naam PPID. Als je de naam Pituitary Pars Intermedia Dysfunction simpel vertaalt betekent het ‘een verstoorde functie van de middenkwab van de hypofyse’.

Waardoor ontstaat het eigenlijk?

De hypothalamus en de hypofyse zijn twee orgaantjes die onderaan de hersenen liggen. Samen zorgen zij voor een gecontroleerde huishouding van een aantal hormonen. De hypothalamus ‘praat’ met de hypofyse via de zenuwbanen, maar dan moeten deze wel goed functioneren. We zien soms dat deze zenuwbanen langzaam afgebroken worden waardoor disfunctioneren van de middenkwab van de hypofyse (PPID) kan ontstaan met alle gevolgen van dien.

Wat gebeurt er eigenlijk?

De hypothalamus produceert normaal gesproken dopamine en stuurt dit als signaalstofje via de zenuwbanen naar de hypofyse. Dopamine remt vervolgens de productie van hormonen in de hypofyse. Doordat de tussenliggende zenuwbanen langzaam slechter worden, krijgt de hypofyse minder dopamine en wordt minder geremd. Als gevolg daarvan gaat de hypofyse meer hormonen produceren dan hij normaal zou doen. Hierdoor moeten de cellen harder werken en gaan op hun beurt weer groeien om dit bij te kunnen benen. Als gevolg  hiervan ontstaat er een vergroting van de hypofyse die ook nog eens te veel hormoon produceert. Eén van deze hormonen is ACTH. ACTH is weer een hormoon dat invloed uitoefent op de bijnier. Hierdoor gaat het stresshormoon cortisol in het lichaam stijgen. Door onder andere deze verschillende en veranderde hoeveelheden hormoon zien we de verschijnselen (symptomen) van PPID optreden. Cortisol heeft namelijk ook nogal wat invloed in een paardenlichaam, waaronder op de insuline regulatie.

Symptomen

Een van de meest bekende symptomen van PPID is de vachtverandering. Dit kan variëren van plukjes goudkleurig haar die niet meer loslaten tot een veel dikkere vacht met krullen. Ook zien we dat deze paarden last kunnen hebben om door de wintervacht heen te komen.

Wat vervelender is is dat je paard met PPID een verhoogde kans heeft om hoefbevangen te raken. Paarden met PPID zijn namelijk veel gevoeliger voor de oorzaken van hoefbevangenheid. Zeker wanneer het paard hoefbevangen raakt in het najaar of zonder duidelijke oorzaak kan dit een teken zijn van PPID.

Andere symptomen die op kunnen vallen zijn bijvoorbeeld een verandering in lichaamsbouw. Denk hierbij aan spierverlies van de bovenlijn of een hangbuik, vetophopingen boven/rondom de ogen, abnormaal zweten rond de nek en schouders, veel drinken en plassen. Soms is het enige dat je ziet dat ze minder presteren in de sport dan voorheen. Merries worden soms moeilijker drachtig en het afweersysteem lijkt het ook minder goed te doen. Vooral dit laatste maakt dat paarden met PPID soms last hebben van een slechte wondgenezing of terugkerende infecties. Ook het toenemend groter worden van de hypofyse zelf kan problemen veroorzaken door druk te geven op de omringende hersendelen, zoals blindheid en/of epileptische aanvallen. Vaak, m.n. in het begin, kan het lastig zijn om PPID te herkennen, omdat de symptomen langzaam en geleidelijk optreden en daarom moeilijk zijn op te merken. Daarbij lijken veel symptomen ook op wat we kunnen zien als het paard ouder wordt.  

Testen

Als je één van deze symptomen ziet is de volgende stap om je dierenarts erbij te halen. Je dierenarts kan je paard bekijken en bij verdenking je paard laten testen door middel van bloedonderzoek. Eén van de meest belangrijke waarden van dit bloedonderzoek is het ACTH-gehalte. Hierbij is het wel belangrijk om rekening te houden met het seizoen. De productie van ACTH verandert namelijk met de seizoenen en is hoger in de herfstmaanden. De herfst is dus een goede periode om je paard te testen.

Wanneer de ACTH-waardes in het bloed duidelijk verhoogd zijn, is de diagnose van PPID redelijk makkelijk te maken. In sommige gevallen is er geen duidelijke verhoging ondanks dat je paard sterk verdacht wordt  PPID te hebben. Er zijn dan nog andere testmogelijkheden die je dierenarts met je kan overleggen.

Het is belangrijk milde symptomen al op te merken zodat je op tijd kan testen en kan voorkomen dat het erger wordt. Het is zo zonde dat paarden nog steeds hoefbevangen worden voordat een diagnose wordt gesteld.

Behandeling

Ondanks dat de zenuwen niet meer kunnen verbeteren, is het gelukkig wel goed mogelijk om door middel van medicatie de overtollige hormoonproductie te regelen en zo de symptomen tegen te gaan of voorkomen. Zo kan je paard een stuk fijner ouder worden!

Literatuur

Copas, V.E.N., Durham, A.E. (2012) Circannual variation in plasma adrenocorticotrophic hormone ceoncentrations in the UK in normal horses and ponies with pituatiry pars intermedia dysfunction, Equine Veterinary Journal, 44, 4, 440-443

Schott, H., Andrews, F., Durham, D., Frank, N., Hart, K., Kritchevsky, J., McFarlane, D.,Trados, L. (2017) Recommendations for the Diagnosis and Treatment of Pituitary Pars Intermedia Dysfunction (PPID), Equine Endocrinology Group

McFarlane, D., (2011) Equine Pituitary Pars Intermedia Dysfunction, Veterinary Clinics: Equine, 27, 93-113

Bron: Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met Boehringer Ingelheim, Partner van de KNHS op het gebied van paardenwelzijn.

In onderstaand artikel uit Paard&Sport nog meer informatie over PPID. Hoewel het artikel in 2012 is verschenen is de inhoud is nog steeds up to date. Wel worden de volgende twee opmerkingen gemaakt.

  • De naamgeving is veranderd. Tegenwoordig wordt over PPID gesproken en niet over Cushing.
  • Tegenwoordig is het advies om alle hoefbevangen paarden te testen in plaats van alleen oudere paarden, als er niet een andere duidelijke oorzaak is voor hoefbevangenheid.