1. Onder een val van een deelnemer wordt verstaan een beweging waarbij de deelnemer niet op het paard kan blijven. Hierbij kan het zijn dat de deelnemer niet op beide voeten kan landen bij het verlaten van het paard of dat een deelnemer het paard onbedoeld verlaat gedurende de proef.
2. Bij een val van een deelnemer tijdens de verplichte oefeningen gaat de deelnemer zo mogelijk verder bij de volgende oefening.
3. Bij een val van een deelnemer in de kür, waarbij een andere deelnemer nog op het paard is, vervolgen de deelnemers direct hun proef.
4. Indien een deelnemer niet binnen 1 minuut zijn proef kan vervolgen, of wanneer de jury van mening is dat de omstandigheden niet veilig zijn volgt uitsluiting.
5. Wanneer een deelnemer instort/valt op het paard tijdens de oefening wordt dit meegenomen in het onderdeel uitvoering en niet als val gezien.
6. Indien de jury belt, wordt de proef onderbroken en de tijd stopgezet. De jury bepaalt wanneer de proef wordt vervolgd.
7. De aftrekpunten voor de verschillende vallen worden meegenomen in het onderdeel uitvoering en staan omschreven in het Handboek Voltige.