Ineke Jansen beleeft gouden tijd in Parijs

De Nederlandse Ineke Jansen is een van de juryleden die deze week rond de dressuurbaan van de Paralympische Spelen zit. Enthousiast vertelt zij halverwege het toernooi over haar ervaringen en de ontwikkelingen in de paradressuursport.

Jansen, die voor het eerst aanwezig is bij een Paralympische Spelen, is laaiend enthousiast. “Het is echt geweldig hier. De sfeer, de cohesie, de sport, de venue het is werkelijk te gek. Vorig jaar heb ik het EK mogen jureren in Riesenbeck, dat was ook hartstikke mooi en daar hebben we ook fantastische sport gezien, maar dit is echt next level. Ik ben heel tevreden hoe het gaat tot nu toe, maar ik ben ook kritisch op mezelf. Sommige dingen kunnen nog een tikkie beter, maar over het algemeen zijn we zeker tevreden.”

Ontwikkeling
Ineke Jansen kent al een lange loopbaan als jurylid. In de reguliere sport is ze actief tot en met nationaal Lichte Tour niveau. 15 jaar geleden besloot ze zich ook meer toe te gaan leggen op de paradressuur. “De ontwikkeling in die tijd is enorm. Als je nu vergelijkt met 15 jaar geleden, kijk je naar meer kwaliteit bij de paarden maar ook de geredenheid van de paarden is van een ander niveau. Vroeger zag je meer het ouderwetse type paard dat vooral heel braaf was. Nu zie je fantastische paarden en dat er ook steeds meer paarden komen die zich enorm aanpassen aan hun ruiter. De samenwerking tussen ruiters en paarden is wel het mooiste om te zien. Dat je ziet dat paarden hun ruiter ook helpen waar nodig. Zeker bij de lagere grades is dat zo. Prachtig om te zien.
Ook om de paarden heen is een enorme professionaliseringsslag gemaakt. Er is steeds meer aandacht voor onder meer het mentale en fysieke vlak, maar je ziet eigenlijk  dat  de totale begeleiding enorm is verbeterd. Ook in de paradressuur telt alles nu mee op het hoogste niveau.”

Grades
In de paradressuur wordt er gereden in vijf verschillende Grades. Daarbij ondervinden ruiters in Grade 1 de ergste beperkingen en ruiters in Grade V hebben een relatief lichte beperking. Hoe kijken juryleden naar die verschillende Grades en wat zijn de belangrijkste criteria in de beoordeling?

“Bij het beoordelen van de paradressuur is het belangrijkste dat je kijkt naar de technische uitvoering van wat de ruiter kan laten zien met het paard. Je kijkt naar het paard, niet specifiek naar de ruiter. Die ruiter krijgt ook een cijfer, maar het is echt de uitvoering van alle onderdelen die je beoordeelt.

Per Grade heb je een bepaalde africhtingsgraad zoals je dat in de reguliere sport ook hebt. In Grade I wordt alleen stap gevraagd, dus dan beoordeel je de kwaliteit van de stap en of het paard netjes nageeflijk aan het bit blijft en of hij zijn hele lichaam gebruikt. En of dit ook allemaal zo blijft tijdens de oefeningen in de proef. 
In Grade II komt er draf bij, en kijk je daarin ook naar een stukje rechtgerichtheid en zelfgedragenheid van de hals wat voor sommige ruiters best lastig is om te kunnen behouden. In Grade 3 komen er dan ook nog meer oefeningen naar voren.

In Grade IV en V wordt er meer verzameling verwacht. Daar zitten ook overgangen naar midden en uitgestrekte gangen in. Uiteraard komt daar ook de gedragenheid tot uiting.  Eigenlijk doorloop je het hele scala en blijf je dat meenemen in de beoordeling.”

Paralympische Spelen zijn dan misschien het hoogst haalbare voor ruiters en juryleden, maar Ineke Jansen is zeker nog niet klaar. “Ik wil me heel graag blijven ontwikkelen en blijven leren en dan er hopelijk in Los Angeles weer bij zijn. Volgend jaar is het EK in Nederland, ik zou daar heel graag bij zijn om een bijdrage te leveren aan de sport. En daarna verder stap voor stap doorwerken.”