1. De deelnemer dient na binnenkomst de jury te groeten, tenzij de jury anders heeft bepaald, hetgeen de deelnemer voor het binnengaan van de ring moet zijn medegedeeld. Bij de tweede ronde hoeft er niet meer gegroet te worden.
2. Alleen de deelnemer mag gedurende de gehele proef de zweep, leidsels en rem hanteren. Voor jeugdrubrieken wordt een uitzondering gemaakt waardoor het is toegestaan dat de groom de zweep, leidsels en rem in noodgevallen voor een korte periode mag hanteren.
3. De startlijn is geneutraliseerd zolang het startsignaal voor de deelnemer nog niet door de jury is gegeven. De finishlijn is geneutraliseerd totdat de deelnemer de laatste hindernis heeft genomen.
4. Na het luiden van het startsignaal moet de deelnemer binnen 45 seconden starten. Indien de deelnemer niet binnen deze 45 seconden de startlijn passeert, wordt de tijdopname voor het afleggen van het parcours, na het verstrijken van 45 seconden, automatisch in gang gezet.
5. Wanneer tijdens het aftellen voor de start enig onderdeel van het tuig of rijtuig losraakt, breekt of anderzijds het voortgaan belemmert, dan wel een paard of pony over de streng, de boom, het lamoen of het zweng is geraakt, moet de rijder stoppen om de belemmering op te lossen. Hij dient dit door middel van het opsteken van hand of zweep aan de jury kenbaar te maken, waarna de jury de tijd zal stoppen. Wanneer de rijder niet zelf stopt, moet de jury bellen en het aftellen stopzetten. De rijder krijgt, zonder strafpunten op te lopen, 5 minuten de gelegenheid om de belemmering op te heffen. Wanneer de deelnemer na het verstrijken van deze 5 minuten daarin niet is geslaagd, wordt hij uitgesloten.
6. Wanneer hetgeen onder punt 475.5 is beschreven tijdens het afleggen van het parcours plaatsvindt, geeft de jury een signaal dat de deelnemer verplicht is halt te houden en de belemmering op te heffen, alvorens verder te gaan. Wanneer voor het herstel de groom(s) moeten afstijgen, wordt het afstijgen bestraft. De tijd wordt stopgezet. Wanneer het oponthoud is opgeheven, geeft de voorzitter van de jury het signaal dat het parcours kan worden voortgezet. De tijd wordt weer gestart wanneer de deelnemer het punt heeft bereikt waar de jury eerder het signaal gaf om het parcours te onderbreken. Als een deelnemer een oponthoud niet binnen vijf minuten kan opheffen wordt hij uitgesloten.
7. Wanneer hetgeen onder punt 475.6 is beschreven in een marathonhindernis plaatsvindt en deze nog niet is voltooid, moet de deelnemer na herstel, de hindernis vanaf A opnieuw rijden en wordt de tijd gestart wanneer de deelnemer doorgang A inrijdt (neus voorste paard)
8. Grooms mogen vanaf het rijtuig aanwijzingen geven en dezelfde taken verrichten, die in proef B reglementair zijn toegestaan. Een deelnemer die voor het starten van een parcours een hindernis probeert te nemen, wordt uitgesloten.
9. Wanneer een deelnemer een hindernis neemt vóór het belsignaal en/of het passeren van de startlijn (in de juiste rijrichting) zal de jury bellen en krijgt de deelnemer 10 strafseconden en moet opnieuw starten deelnemer die voor het startsignaal door een hindernis rijdt krijgt 10 strafseconden en moet opnieuw starten.
10. Een deelnemer die niet door de finish rijdt en de ring heeft verlaten, wordt uitgesloten.