1. START
a. De deelnemer met de meeste strafpunten na de proeven A en B start eerst, de deelnemer met de minste strafpunten start het laatst. Dit geldt alleen als proef C het laatste onderdeel van de wedstrijd is (met in achtneming van artikel 413.1b).
b. Deelnemers die voor het startsignaal starten en door een hindernis rijden worden bestraft met 10 strafpunten en moet opnieuw starten.
c. Deelnemers die voor het starten van het parcours een hindernis trachten te nemen zullen worden bestraft met 10 strafpunten.
d. De start- en finishlijn zijn geneutraliseerd zodra de deelnemer is gestart totdat de deelnemer de laatste hindernis heeft genomen.
e. Het afwerpen van één of beide ballen van een enkelvoudige hindernis en wanneer afwerpbare elementen/bal van een meervoudige hindernissen worden afgereden wordt dit iedere keer bestraft met 3 strafpunten.
f. Tussen start en finish moeten de grooms op hun plaats blijven zitten. Het is verboden rechtop achter de deelnemer te staan. Het niet op de plaats blijven zitten van de grooms heeft 5 strafpunten tot gevolg.
g. Na het nemen van de laatste hindernis moet de deelnemer de finishlijn overschrijden met de rode markering aan zijn rechterzijde en de witte markering aan zijn linkerzijde. Wanneer dit niet gebeurt, volgt uitsluiting.
2. VERGISSING IN HET PARCOURS
a. Als deelnemer een hindernis tracht te nemen in de verkeerde rijrichting en/of verkeerde volgorde, moet de voorzitter van de jury wachten tot de deelnemer de verkeerde hindernis geheel heeft genomen, alvorens te bellen. De deelnemer is dan uitgesloten.
b. Wanneer een deelnemer welk deel ook van een hindernis omrijdt of afwerpt, welke reeds genomen was, wordt de deelnemer bestraft 3 strafpunten.
c. Indien enig deel van een hindernis, welke later in het parcours nog moet worden gereden, wordt omver gereden of afgeworpen, alleen dan zal de voorzitter van de jury bellen direct na de hindernis voorafgaand aan de omver gereden hindernis en de tijd stopzetten voor de opbouw van de hindernis. Deelnemers krijgen 3 strafpunten en aan hun tijd wordt 10 seconden toegevoegd. Als de hindernis reeds overwonnen is, dan worden alleen 3 strafpunten toegekend.
d. Een hindernis wordt geacht te zijn genomen wanneer de gehele aanspanning de markeringen is gepasseerd.
e. Indien niet de gehele aanspanning (rijtuig en paarden) tussen deze markeringen door rijdt, zal de voorzitter van de jury uitsluitend bellen en de tijd stopzetten indien er enig deel van de hindernis omgeworpen is. Na de opbouw van de hindernis zal de jury nogmaals bellen waarna de deelnemer de hindernis opnieuw moet trachten te nemen. De deelnemer krijgt in dat geval 10 strafseconden bovenop zijn gereden eindtijd en strafpunten voor ongehoorzaamheid (geen strafpunten voor de afgeworpen elementen ten tijde van het niet tussen de markeringen doorrijden).
f. Wanneer niet de gehele aanspanning tussen de markeringen doorrijdt, maar geen elementen afwerpt zal de jury niet bellen en mag de deelnemer zijn parcours vervolgen. De deelnemer krijgt dan alleen strafpunten voor de ongehoorzaamheid.
g. Wanneer de jury twijfelt of een hindernis op de juiste wijze is genomen, mag de deelnemer het parcours voltooien. Daarna zal de jury een beslissing nemen.
3. HERSTELLEN VAN EEN HINDERNIS
a. Het gehele rijtuig en alle paarden moeten tussen de markeringen door rijden, die de hindernis markeren.
b. Wanneer een deelnemer een deel van een meervoudige hindernis afwerpt, zonder de gehele hindernis op de juiste wijze te nemen (dat wil zeggen, weigeren voor een paar kegels, er vandoor gaan, voltes maken of uitbreken in een gesloten meervoudige hindernis) kan worden gebeld in dat geval wordt tijdopname stopgezet voor herstel van de hindernis. Aan de tijd van de deelnemer wordt 10 seconden toegevoegd.
c. In alle meervoudige hindernissen, open en gesloten, kan de deelnemer het parcours vervolgen, tenzij de jury belt (en de tijd wordt stopgezet) omdat een deel van de hindernis is omgereden. In dat geval moet de meervoudige hindernis weer worden opgebouwd.
d. Wanneer de meervoudige hindernis opnieuw opgebouwd is, wordt opnieuw gebeld en moet de deelnemer de gehele hindernis (vanaf A) opnieuw nemen en het parcours verder voortzetten. De tijdopname wordt gestart wanneer de deelnemer de opgebouwde doorgang bereikt. Het starten voor het belsignaal heeft uitsluiting tot gevolg. Vanaf het moment dat de deelnemer de meervoudige hindernis opnieuw aanrijdt, zijn de poorten niet meer geneutraliseerd en worden aan de fouten die dan gereden worden strafpunten toegekend.
e. Als een deelnemer vrijwillig halt houdt om de jury duidelijk te maken dat een hindernis die hij moet nemen niet goed gebouwd of niet goed hersteld is (bijv. verkeerd geplaatste kegels) dan moet de tijd worden stopgezet en de desbetreffende hindernis moet worden gecontroleerd. De consequenties zijn beschreven bij lid f en g.
f. Als de hindernis goed gebouwd is en de kegels correct geplaatst blijken te zijn, zal de deelnemer worden bestraft voor het halthouden in het parcours en aan zijn tijd zullen 10 seconden worden toegevoegd.
g. Indien het echter noodzakelijk is de hindernis of een deel ervan te herstellen of de kegels te herplaatsen, dan wordt de deelnemer niet bestraft. De tijd van de onderbreking moet worden geneutraliseerd en de stopwatch moet worden onderbroken tot het moment waarop de deelnemer zijn parcours hervat op het punt waar hij halt heeft gehouden. Met iedere vertraging die de deelnemer heeft opgelopen moet rekening worden gehouden en een passend aantal seconden zal moeten worden afgetrokken van de voor hem genoteerde tijd.
4. GEBROKEN TUIG
a. Wanneer tussen start en finish de deelnemers een losgeraakte disselboom, lamoen, (voor-)zweng of losgeraakte leidsels, strengen, bandages, disselkettingen of -riemen hebben, of wanneer een paard een been over de boom, het lamoen of een streng heeft, moet de voorzitter van de jury bellen en de tijd stilzetten.
b. De deelnemer moet een groom laten afstijgen om dit te herstellen, en wordt daarvoor wegens afstijgen van een groom bestraft.
5. AFSTIJGEN VAN DEELNEMERS EN GROOMS
a. Als afstijgen wordt beschouwd telkens wanneer een groom of een deelnemer met 2 voeten op de grond komt.
b. De deelnemer krijgt 20 strafpunten per keer dat hij afstijgt.
c. Telkens wanneer één of beide grooms afstijgen, krijgt de deelnemer strafpunten; 5 strafpunten voor de eerste keer, 10 strafpunten voor de tweede keer. Bij de derde keer wordt de deelnemer uitgesloten.
d. De grooms moeten op het rijtuig zitten wanneer elke hindernis wordt gereden. Uitzondering: één of beide grooms mogen afstijgen om paarden bij het passeren van een hindernis te helpen. Voor het afstijgen worden strafpunten gegeven. De grooms moeten weer zijn opgestegen voor de volgende hindernis.
6. DE ZWEEP
a. Deelnemers moeten de gehele proef met de zweep in de hand rijden, incl. wanneer zij de start- en finishlijn passeren, anders krijgen zij eenmalig 5 strafpunten.
b. Wanneer een deelnemer zijn zweep breekt of neerlegt, of laat vallen, mag een groom of wel de reservezweep aan de deelnemer overhandigen zonder strafpunten op te lopen, dan wel afstijgen om de zweep op te rapen. De deelnemer wordt dan gestraft voor het afstijgen van een groom.
7. ONGEHOORZAAMHEID
Een ongehoorzaamheid is:
a. Wanneer een deelnemer tracht een hindernis te nemen en zijn paarden net voor de hindernis opzij springen zonder enig deel van de hindernis aan te raken.
b. Wanneer de paarden uitbreken of, naar het oordeel van de voorzitter van de jury, de deelnemer de controle over de aanspanning heeft verloren.
c. Bij een ongehoorzaamheid in een meervoudige hindernis, wordt verwezen naar lid 3 en lid 7f, 7h en 7i.
d. Deelnemers worden niet bestraft, wanneer zij voor een enkel- of meervoudige hindernis stoppen, zonder enig onderdeel omver te werpen, maar onmiddellijk voorwaarts gaan en de hindernis foutloos nemen.
e. Wanneer de paarden en het rijtuig volledig tot stilstand komen en de paarden ook maar een enkele stap achterwaarts gaan, wordt de deelnemer bestraft wegens ongehoorzaamheid.
f. In een open meervoudige hindernis (slalom, zig-zag en wave), moet de deelnemer in geval van ongehoorzaamheid de gehele hindernis opnieuw nemen, indien enig onderdeel van de hindernis omver gereden is en de jury gebeld heeft.
g. Voltes rijden, rijden door de verlengde lijn van een hindernis of de eigen lijn kruisen worden niet als ongehoorzaamheid beschouwd, met uitzondering in een open meervoudige hindernis.
h. Wanneer er een volte gereden wordt in een open meervoudige hindernis (slalom, zig-zag en wave) wordt dit bestraft als ongehoorzaamheid. De jury zal uitsluitend bellen wanneer er door het rijden van de volte een element/bal wordt afgeworpen van een nog te nemen hindernis.
De eerste ongehoorzaamheid wordt bestraft met 5 strafpunten, de tweede ongehoorzaamheid met 10 strafpunten en de derde ongehoorzaamheid met uitsluiting. Strafpunten voor ongehoorzaamheid, waar ook over het parcours verkregen, worden gezamenlijk opgeteld.
8. VERZET
Er is sprake van verzet wanneer het paard om welke reden ook, weigert voorwaarts te gaan (al of niet achterwaarts gaande) geheel of gedeeltelijk omkeert of steigert. Verzet wordt bestraft als een ongehoorzaamheid (lid 7).