1. Een vaardigheidsproef is een wedstrijd(-onderdeel) die tot doel heeft de behendigheid, gehoorzaamheid, het respect van het paard voor de hindernis en de rijvaardigheid van de deelnemer te toetsen.
2. Bij samengestelde wedstrijden en bij vaardigheidswedstrijden die voor de winstpuntenregeling in aanmerking komen, wordt de puntenproef gereden.
3. De grooms mogen tijdens de vaardigheidsproef uitsluitend op het rijtuig zitten op straffe van maximaal 5 strafpunten.
4. Wanneer de deelnemer fouten maakt, zoals het afrijden van een balletje, weigeren en het overschrijden van de toegestane tijd wordt hij hiervoor bestraft. Winnaar van de wedstrijd(-onderdeel) is de deelnemer, die het minste aantal fouten maakt, het parcours in de snelste tijd aflegt. Indien er een barrage verreden wordt is het resultaat van de barrage bepalend.
5. Een wedstrijdorganisatie van een vaardigheidswedstrijd mag varianten uitschrijven, mits die vooraf goedgekeurd zijn door de KNHS.
6. Een combinatie die aan een bijzondere vaardigheidswedstrijd wil deelnemen moet eerst hebben deelgenomen aan een, tijdens de desbetreffende wedstrijd uitgeschreven klassieke vaardigheidsproef.
7. Indien een deelnemer vanuit zijn positie op de bok de molenrem niet kan bedienen, is het vanuit veiligheidsoverwegingen toegestaan dat de groom deze bedient.
Naar het volgende artikel