Mennen Artikel 416 t/m 422 - Officials

Hoofdstuk 3: officials van het disciplinereglement Mennen 

Artikel 416 - Juryleden Artikel 417 - Juryleden proef B Artikel 418 - Technisch afgevaardigde (TA) Artikel 419 - Technisch afgevaardigde tevens jurylid Artikel 420 – Parcoursbouwer Artikel 421 - Assistent-toezichthouder/jury voorterrein Artikel 422 - Tijdwaarnemers, hoofd hinderniswaarnemers en assistent hinderniswaarnemers

Artikel 416 - Juryleden

  1. AANWIJZEN VAN DE JURY
    De wedstrijdorganisatie vraagt de juryleden met de benodigde jurybevoegdheid en geeft deze door aan de KNHS. Voor KNHS- en Nederlandse kampioenschappen wijst de KNHS de juryleden aan. 
  2. BENODIGDE JURYLEDEN
    a. Voor proef A en C moeten minimaal 2 juryleden per ring aanwezig zijn. Voor klasse Z wedstrijden en KNHS-kampioenschappen moeten dit er minimaal 3 per ring zijn. De voorzitter van de jury moet minimaal 3 jaar in het bezit zijn van zijn jurylicentie.
    b. Voor proef B moeten minimaal 4 juryleden aanwezig zijn.
    c. Voor dressuurwedstrijden is 1 jurylid per ring verplicht. Voor de klasse Z en ZZ wordt aanbevolen de proef door minimaal 2 juryleden en maximaal 3 juryleden te laten beoordelen. Voor kampioenschappen moeten dit er minimaal 2 zijn.
    d. Voor vaardigheidswedstrijden met minder dan 40 starts kan de wedstrijdorganisatie volstaan met 1 jurylid. Wanneer er meer dan 40 starts zijn, is het verplicht minimaal 2 juryleden aan te stellen. Voor KNHS-kampioenschappen moeten er minimaal 3 juryleden aangesteld worden.
    e. Voor een minimarathon zijn 3 juryleden nodig. De parcoursbouwer mag als veldjury fungeren. Wanneer de afmeting van de wedstrijdring 1500 m2 of minder is en de hindernissen vanuit de jurytoren te zien zijn kan de organisatie bij minder dan 40 starts volstaan met 2 juryleden. 
  3. TAKEN VAN DE JURY
    a. Taken en verantwoordelijkheden van de jury staan omschreven in het Algemeen Wedstrijdreglement van de KNHS. De functie van jury is niet verenigbaar met het zelf deelnemen aan dezelfde wedstrijd. De functie van hoofd  van de jury (SWM) is tevens niet verenigbaar met het fungeren als groom
    b. De voorzitter van de jury maakt de jury-indeling.
    c. De dressuurjuryleden mogen niet meer dan 35 deelnemers per dag beoordelen. De organisatie kan in overleg met de jury hier in uitzonderlijke gevallen van afwijken.

Artikel 417 - Juryleden proef B

  1. JURY OPSTELLING TIJDENS PROEF B
    a. De juryleden verdelen zich over het parcours volgens de aanwijzingen van de voorzitter van de jury.
    b. Er moet een jurylid aanwezig zijn op de verplichte rust. Hij moet, na advies te hebben ingewonnen van de wedstrijddierenarts, beslissen of de paarden van een deelnemer in voldoende conditie zijn om de proef voort te zetten. Een jurylid moet aanwezig zijn bij de finish van traject B bij de veterinaire controle waar hij tevens toeziet op de controle van de rijtuigen en de tuigen, alsook indien van toepassing, de weging en meting van de rijtuigen. 

Artikel 418 - Technisch afgevaardigde (TA)

  1. AANWIJZEN
    De KNHS wijst voor iedere samengestelde wedstrijd een technisch afgevaardigde van de officiallijst aan. Indien dit niet mogelijk is, wordt door de KNHS een jurylid als technisch afgevaardigde aangewezen. 
  2. TAKEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN
    a. De technisch afgevaardigde keurt alle administratieve voorzieningen voor de deelnemers vanaf het moment dat hij benoemd is tot het einde van de wedstrijd.
    b. De technisch afgevaardigde moet zich ervan overtuigen dat de huisvesting van de paarden en oefenterreinen in alle opzichten voldoen en geschikt zijn.
    c. De technisch afgevaardigde inspecteert de ringen, het parcours inclusief de inrichting van de locatie voor de veterinaire inspecties en het uitstaptraject om zich ervan te overtuigen dat de voorzieningen, vereisten en organisatie in overeenstemming zijn met de desbetreffende voorschriften.
    d. De technisch afgevaardigde ziet erop toe dat het parcours en de hindernissen eerlijk, zonder gevaar zijn en in overeenstemming met het uitgeschreven niveau (klasse L, M en/of Z).
    e. De technisch afgevaardigde kan de organisatie en de parcoursbouwer veranderingen laten aanbrengen in  parcours of hindernissen, welke hij noodzakelijk acht.
    f. De technisch afgevaardigde controleert of de officiële tijdwaarnemers, waarnemers in het veld, rekenkamer en hinderniswaarnemers volledig bekend zijn met hun taak, waarbij inbegrepen het gebruik en aflezen van de tijdwaarneming en stopwatches.
    g. De technisch afgevaardigde houdt voortdurend toezicht op het technische verloop van de wedstrijd en de  aanvoer van de gegevens naar de rekenkamer.
    h. De functie van TA is niet verenigbaar met het zelf deelnemen en/of fungeren als groom aan dezelfde wedstrijd 

Artikel 419 - Technisch afgevaardigde tevens jurylid
Een technisch afgevaardigde met de bevoegdheid jurylid mag in overleg met de voorzitter van de jury naast zijn taak als technisch afgevaardigde ook optreden als jurylid op dezelfde wedstrijd. In voorkomende gevallen kan een technisch afgevaardigde dan niet meer in de jury van beroep zitting nemen. 

 


Artikel 420 – Parcoursbouwer

  1. AANWIJZEN
    De parcoursbouwer voor wedstrijden en kampioenschappen wordt aangewezen door de wedstrijdorganisatie uit de KNHS-officiallijst. 
  2. TAKEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN
    a. Het uitzetten en maatvoeren van de dressuurring, het uitzetten en maatvoeren van het (mini)marathonparcours inclusief het uitzetten van de locatie voor de veterinaire inspecties, alle trajecten en de bouw van de hindernissen in proef B, het ontwerpen, uitzetten en maatvoeren van het vaardigheidsparcours.
    b. Uitsluitend de parcoursbouwer en zijn medewerkers mogen met instemming van de technisch afgevaardigde veranderingen aanbrengen aan welk onderdeel ook van de dressuurring, de marathon of het vaardigheidsparcours.
    c. Als de technisch afgevaardigde of de parcoursbouwer bij afwezigheid van de technisch afgevaardigde, oordeelt dat desbetreffend parcours gereed is voor inspectie door de voorzitter van de jury, zal hij dit aan de voorzitter van de jury melden.
    d. De voorzitter van de jury mag pas het startsein voor een proef geven, nadat de technisch afgevaardigde heeft meegedeeld dat het parcours gereed is.
    e. De functie van parcoursbouwer is niet verenigbaar met het zelf deelnemen aan dezelfde wedstrijd 

Artikel 421 - Assistent-toezichthouder/jury voorterrein

  1. AANWIJZEN
    De uitvoering van deze taken valt onder de verantwoordelijkheid van de voorzitter van de jury.
  2. TAKEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN
    a. De inspectie van de rijtuigen na proef A en C en voor en na proef B.
    b. De bittencontrole van alle paarden nadat de deelnemer proef A en C heeft voltooid alsook facultatief voor de start en verplicht na de finish van proef B. Gebruik van onaanvaardbare bitten moet gemeld worden aan de voorzitter van de jury. Overtreding heeft uitsluiting tot gevolg en in geval van wreedheid diskwalificatie.
    c. Melding aan de voorzitter van de jury van elke overtreding van de reglementaire bepalingen.
    d. In geval van constatering van wreedheid onmiddellijk melding maken aan de voorzitter van de jury. 

Artikel 422 - Tijdwaarnemers, hoofd hinderniswaarnemers en assistent hinderniswaarnemers

  1.  TIJDWAARNEMERS
    a. Iedere tijdwaarnemer dient te beschikken over een klok (zo mogelijk zendergestuurd) waarop tevens de officiële wedstrijdtijd vermeld staat en wordt over het gebruik ervan ingelicht door de technisch afgevaardigde of het hoofd van de tijdwaarnemers. De technisch afgevaardigde is verantwoordelijk voor de gelijkstelling van de officiële wedstrijdtijd en alle klokken die aan de officials zijn overhandigd.
    b. Tijdwaarnemers worden geplaatst aan de start en finish van ieder traject. Zij moeten in het bezit zijn van de volledige startlijst (m.u.v. het uitstaptraject).
    c. De tijdwaarnemers bij de start van het A-traject moeten erop toezien dat alle deelnemers hun grondtijdenformulier hebben gekregen. Zij registreren de start- of finishtijden voor hun traject en noteren die op het grondtijdenformulier van de deelnemers, alsmede op een verzamelstaat.
    d. De tijdwaarnemers bij iedere start van een traject waarschuwen de deelnemers ongeveer 2 minuten voor hun officiële starttijd. Hij telt de laatste 10 of 5 seconden af.
    e. De neus van de paarden moet achter de startlijn zijn en de finishtijd wordt genomen zodra de neus van het eerste paard de aankomstlijn passeert.
    f. De paarden moeten vanuit stilstand vertrekken.
  2. HOOFD HINDERNISWAARNEMERS
    Er moet 1 hoofd hinderniswaarnemer zijn in iedere hindernis. Hij moet worden bijgestaan door tenminste 2 assistent hinderniswaarnemers. De hoofd hinderniswaarnemer moet een fluit hebben en beide assistenten moeten beschikken over een stopwatch en over het gebruik ervan te zijn geïnstrueerd door de technisch afgevaardigde. Zij moeten de tijd van iedere deelnemer opnemen en vastleggen, welke benodigd is voor het rijden van de hindernis. Zij dienen in het bezit te zijn van een actuele startlijst van alle deelnemers. De hoofd hinderniswaarnemer is eindverantwoordelijk voor de registratie van de verrichtingen van de deelnemer in de hindernis. Hij moet na afloop van proef B in de nabijheid blijven van het wedstrijdsecretariaat totdat hij door de voorzitter van de jury van zijn taak ontheven wordt. 
  3. ASSISTENT HINDERNISWAARNEMERS
    a. De assistent hinderniswaarnemers moeten voldoende kopieën van de hindernisformulieren en verzamelstaten hebben waarop de schets van de hindernis getekend staat. Zij moeten de route van de deelnemers door de hindernis op het hindernisformulier noteren.
    b. De assistent hinderniswaarnemers moeten alle incidenten die tot maatregelen kunnen leiden op het hindernisformulier vermelden, in het bijzonder in geval van wreedheid zoals bovenmatig zweepgebruik, buitensporig aanzetten van uitgeputte paarden door de deelnemer, of paarden die belemmerd worden in hun bewegingsvrijheid van lijf en benen.
    c. De assistent hinderniswaarnemers dienen tevens te vermelden:
    - Wanneer in de hindernis afgestegen groom(s) of deelnemer eerst buiten de hindernis opstijgen.
    - Of de aanspanning direct na het verlaten van de hindernis daarvoor heeft halt gehouden.

Naar het volgende artikel