Eventing: Artikel 320 t/m 328 (Hoofdstuk 4: Officials)

Artikel 320 t/m 328 uit het Disciplinereglement Eventing 
320: Officials
321: De wedstrijdleider
322: De jury
323: Federatievertegenwoordiger
324: Technisch afgevaardigde
325: Parcoursbouwer Cross Country (POCC)
326: Hindernisbouwer Cross Country (HBCC)
327: Hinderniscontroleur
328: Toezichthouder (steward)

Artikel 320 – Officials

  • De wedstrijdorganisatie draagt zorg voor het aanwijzen van voldoende bevoegde officials en functionarissen.
  • De organisatie is tevens verantwoordelijk voor het instrueren van officials en functionarissen. 

 

Artikel 321 – De wedstrijdleider

  1. De wedstrijdorganisatie benoemt een wedstrijdleider die verantwoordelijk is voor alle organisatorische aspecten van de gehele wedstrijd. Hij kan hiervoor tijdens en na de wedstrijd worden aangesproken door deelnemers, officials of overkoepelende organisaties. 
  2. De wedstrijdleider kan niet gelijktijdig de functie van parcoursontwerper cross uitoefenen. 

Artikel 322 – De jury

  1. De dressuurjury:
    a. De dressuur voor de eventing klassen B, L en M mag beoordeeld worden door één jurylid met de licentie voor de reguliere dressuur respectievelijk klasse B, L of M.
    b. De dressuur voor de klasse Z moet afzonderlijk beoordeeld worden door minimaal twee juryleden met de licentie voor de reguliere dressuur klasse Z.
  2. De stijljury:
    In de cross wordt de rijstijl in de klasse B beoordeeld door twee stijljuryleden cross. Deze juryleden dienen op de KNHSofficiallijst voor stijljuryleden cross voor te komen.

Artikel 323 – Federatievertegenwoordiger

  1. Door de KNHS wordt voor elke eventingwedstrijd een Federatievertegenwoordiger aangewezen. 
  2. Indien er twijfel bestaat over de juiste interpretatie (jurering) van de regels bij een hindernis, dan moet de Federatievertegenwoordiger vooraf de instructie aan de desbetreffende hinderniscontroleur goedkeuren en alle deelnemers conform informeren. 

Artikel 324 – Technisch Afgevaardigde

  1. Voor alle eventingwedstrijden wijst de KNHS een Technisch Afgevaardigde (TA) aan. De TA begeleidt in de voorfase de crossbouw en staat tijdens de wedstrijd de wedstrijdleiding bijstaan in technische zaken. De TA keurt in de eindfase de cross en laat indien gewenst wijzigingen aanbrengen. Hierna is de cross definitief goedgekeurd en vrijgegeven voor verkenning. 
  2. Taken van de TA:
    a. Optreden als adviseur/gesprekspartner van de Parcoursontwerper Cross met betrekking tot de totale bouw van de cross (tracé, plaats en aard van de hindernissen).
    b. Controleren of de technische uitvoering in overeenstemming is met het gestelde in het reglement voor de desbetreffende klasse.
    c. De Parcoursontwerper Cross en de TA zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de bouw van de cross. Bij onoverkomelijk verschil van mening wordt hiervan melding gemaakt aan het secretariaat van de KNHS, die een arbiter aanwijst wiens beslissing bindend is.
    d. Uiterlijk één voor de wedstrijd dient het parcours gereed te zijn voor inspectie door de TA. Bij deze inspectie is naast de Parcoursontwerper Cross ook een afgevaardigde van de wedstrijdorganisatie aanwezig. e. Bij abnormale terrein- en/of weersomstandigheden pleegt de TA overleg met de Parcoursontwerper Cross over eventueel  noodzakelijke veranderingen.
    f. Wanneer door de TA wordt geconstateerd, dat de KNHS-breekbomen niet of onvoldoende worden toegepast of de cross niet voldoet aan de reglementaire bepalingen, dan zal de cross niet worden goedgekeurd.

Artikel 325 – Parcoursontwerper Cross Country (POCC)

  1. De POCC dient over een licentie te beschikken voor de klasse, die ontworpen wordt. 
  2. De POCC is met de TA verantwoordelijk voor het tracé, de hindernisbouw en de lengte van de cross. 
  3. De POCC pleegt overleg met de TA en HBCC en informeert deze over de voortgang van zijn werkzaamheden. 
  4. De POCC dient aanwezig te zijn bij het vrijgeven van het parcours voor het eventueel beantwoorden van vragen van de deelnemers.


Artikel 326 – Hindernisbouwer Cross Country (HBCC)

  1. De HBCC dient over een licentie te beschikken voor de klasse, die gebouwd wordt. 
  2. De HBCC werkt mee aan de bouw van hindernissen. 
  3. De HBCC pleegt overlegt met de POCC over de bouw en plaatsing van hindernissen in het parcours.

Artikel 327 – Hinderniscontroleur

  1. De instructies en verantwoordelijkheden van de Hinderniscontroleur zijn opgenomen in de Instructie Hindernisjury welke gepubliceerd staat op de website van de KNHS. 
  2. De hinderniscontroleurs moeten voorafgaand de start van de cross gebriefd worden over hun taken en verantwoordelijkheden door een afgevaardigde van de wedstrijdorganisatie. Hiervoor moet de Briefing Hindernisjury  voor WO’s gebruikt worden welke gepubliceerd staat op de website van de KNHS. 
  3. De hinderniscontroleur is verantwoordelijk voor de beoordeling van gemaakte fouten en ongehoorzaamheden op de hem toegewezen hindernis of combinatie van hindernissen in de cross en noteert dit op de hindernisstaat.
  4. De hinderniscontroleur moeten zodanig overzichtelijk geplaatst zijn dat de hindernis te overzien is. Binnen het zichtveld van de hinderniscontroleurs meerdere hindernissen met een maximum van 3 tegelijk controleren.
  5. Hinderniscontroleurs moeten tot een half uur na het bekendmaken van de uitslag beschikbaar blijven voor consultatie bij ingediende protesten. 
  6. Bij iedere val van een paard en/of ruiter vult de hinderniscontroleur een valformulier in en levert deze na afloop in bij het secretariaat. De FV is verantwoordelijk voor verzending naar de KNHS. De hinderniscontroleur meldt tevens aan de ruiter, dat hij is uitgesloten. 
  7. Gedurende de cross moet de hinderniscontroleur elke vorm van wreedheid van een deelnemer noteren en hierbij zo  mogelijk de handtekening en naam en adres van een getuige voegen. Hij meldt zijn bevindingen bij de  Federatievertegenwoordiger. 
  8. De hinderniscontroleur moet beschikking hebben over een stopwatch en bij voorkeur een portofoon welke in  contact staat met de centrale post.


Artikel 328 – Toezichthouder (steward)

  1. Alle KNHS eventingwedstrijden worden verplicht om een toezichthouder op de voorterreinen/het losrijden dressuur in te zetten. 
  2. De toezichthouder dient op een specifieke lijst voor toezichthouders of stewards te staan vermeld. 
  3. Voor het onderdeel springen en cross geldt dat één van de drie springjuryleden belast is met het toezicht op het losrijterrein springen en cross.

Naar het volgende artikel