Eventing Artikel 310 - Uitsluiting en diskwalificatie

  1. Hindernissen, vlaggen en bakens mogen, op straffe van uitsluiting, niet door de deelnemers worden verplaatst of gewijzigd.
  2. Wanneer een deelnemer om welke reden dan ook wordt uitgesloten, moet hij het parcours onmiddellijk verlaten, zonder
    de wedstrijd te vervolgen.
  3. Het is deelnemers, op straffe van diskwalificatie, verboden te paard het parcours en de hindernissen van de cross, de gesloten dressuurring of de springring te verkennen.
  4. Het is alleen toegestaan om over die hindernissen te springen, die tot de klasse behoren waaraan wordt deelgenomen. Het springen over andere hindernissen, sprongen of obstakels heeft uitsluiting tot gevolg.
  5. Bij een val van een ruiter tijdens één van de wedstrijdonderdelen volgt uitsluiting.
    Alle deelnemers die op het wedstrijdterrein van hun paard zijn gevallen moeten worden onderzocht door de aanwezige dokter/EHBO voordat ze: 
    a. deelnemen aan het volgende onderdeel;
    b. het volgende paard starten;
    c. het terrein verlaten.
    De ruiter is zelf verantwoordelijk voor het laten plaatsvinden van het onderzoek.
  6. De ruiter dient na een uitsluiting ten gevolge van een val op eigen initiatief de wedstrijd onmiddellijk te beëindigen. Indien
    hij dat niet doet, dient de combinatie zo snel mogelijk te worden gestopt en moet rapport worden uitgebracht aan de
    Federatievertegenwoordiger.
  7. Een deelnemer, die zich niet tijdig bij de ringmeester van een wedstrijdonderdeel meldt, kan van (verdere) deelname
    worden uitgesloten.
  8. Indien een deelnemer niet binnen een minuut de startlijn is gepasseerd, wordt hij van verdere deelname uitgesloten.
  9.  Overmatig of buitensporig gebruik van de zweep, de sporen, de hand en/of verbaal agressief gedrag is niet toegestaan en
    wordt altijd bestraft met diskwalificatie. Hiervoor wordt het volgende gehanteerd:
    a. De zweep, de sporen, de hand en/of verbaal agressief gedrag mag niet worden gebruikt door de ruiter om zich af
    te reageren. Dit gebruik is altijd buitensporig.
    b. De zweep, de sporen, de hand en/of verbaal agressief gedrag mag niet gebruikt worden na uitsluiting.
    c. De zweep mag niet gebruikt worden na het springen van de laatste hindernis van de cross country.
    d. Het gebruik van een zweep of de hand op een paard zijn hoofd is altijd overmatig gebruik.
    e. Het bovenhands of overhands gebruik van de zweep is niet toegestaan.
    f. Als de gevolgen op de huid van het paard zichtbaar zijn, wordt dit beschouwd als overmatig gebruik van de
    zweep/sporen.
    g. De zweep mag maximaal twee keer op rij worden gebruikt, alleen in de vorm van een ondersteunende hulp.
  10. Officials hebben het recht om een ruiter te stoppen en eventueel te diskwalificeren bij:
    - gevaarlijk (te hard of te langzaam) of ongecontroleerd rijden.
    - bij het rijden van een oververmoeid paard.
    - overmatig of buitensporig zweep, spoor- of handgebruik.
    - Verbaal agressief gedrag tegen het paard, een begeleider, een andere ruiter, officials en/of functionarissen.
    - Elke vorm van wreedheid die niet genoemd wordt in dit reglement.

Naar het volgende artikel