Bijlage I: Aangepast Sporten
BIJLAGE 1 - Aangepast sporten
- Rubrieken Aangepast Sporten
Voor de bepalingen met betrekking tot inschrijvingen, HC-starts, te betalen inschrijfgelden en overige procedures
is het bepaalde in het Algemeen Wedstrijdreglement van toepassing.
Voor wat betreft de sporttechnische bepalingen volgt de KNHS de FEI inzake het Aangepast Sporten en erkent
hierin dezelfde disciplines en doelgroepen als de FEI. De KNHS erkent de FEI Para Equestrian-reglementen voor
gebruik tijdens KNHS-rubrieken Aangepast Sporten.
Indien aan een rubriek Aangepast Sporten drie of minder combinaties deelnemen in één grade is het toegestaan
deze grade in handicap te laten verrijden met een naastgelegen grade. Hierbij mogen maximaal 2 grades worden
samengevoegd.
Indien aan een rubriek Aangepast Sporten in totaal minder dan 10 combinaties deelnemen is het toegestaan om
alle grades samen te voegen in 1 klassement. - Classificatie
Deelnemers aan rubrieken Aangepast Sporten dienen geclassificeerd te zijn en te zijn ingedeeld in één van de
grades voor het Aangepast Sporten.
Classificatiekeuringen worden uitgevoerd conform het Nationaal Classificatiereglement. KNHS-leden zijn verplicht
om tijdens de gehele classificatiekeuring ervoor te zorgen dat het classificatiepanel het juiste beeld krijgt van
zijn/haar functionele mogelijkheden. Wanneer de klasse IM (moedwillige misleiding) aan het KNHS-lid wordt
toegekend dan kan het KNHS-bestuur opgave doen bij de Aanklager. - Classificatiepas
Ruiters/menners ontvangen na afloop van de classificatiekeuring een classificatiepas met hierop, indien van
toepassing, de grade-indeling en de toegestane dispensaties.
Deze dispensaties zijn toegestaan tijdens rubrieken Aangepast Sporten, maar ook in de reguliere sport voor de
disciplines Dressuur en Mennen. Voor degenen, die op basis van hun handicap niet in een grade ingedeeld kunnen
worden, wordt dezelfde pas uitgegeven met daarop NE (Non Eligible) en de toegewezen dispensatie. Deze
dispensaties mogen in de disciplines Dressuur en Mennen worden gebruikt. De deelnemer moet voorafgaand aan
de wedstrijd aan de officials de classificatiepas tonen.
Tijdens het losrijden voor de wedstrijd is het voor deelnemers met een visuele handicap toegestaan om een geel
hesje met zwarte stippen te dragen. Tijdens de proef mag het hesje niet gedragen worden.
In de reguliere dressuur is het gebruik van stang en trens alleen toegestaan vanaf de klasse Z1. - Internationale wedstrijden
Indien een sporter een internationale (her)keuring heeft ondergaan dient de sporter, voor deelname aan de eerst
volgende wedstrijd en uiterlijk binnen één maand na de keuring, de KNHS schriftelijk de resultaten van deze keuring doen toe komen.
Om deel te mogen nemen aan FEI-wedstrijden dient als combinatie minimaal één keer een percentage van 60%
behaald te zijn in een “FEI Para Equestrian Individual Championship Test” of een “FEI Para Equestrian Team Test”
op een KNHS-wedstrijd. De bondscoach kan hier te allen tijde een uitzondering op maken. - Impuls Aangepast Sporten
Het is voor wedstrijdorganisaties toegestaan om een impulsrubriek uit te schrijven voor ruiters met een lichamelijke, verstandelijke en/of visuele beperking, In de impulsrubriek draait het om het stimuleren van paardrijden voor ruiters met een beperking.
Voor deze rubrieken gelden dezelfde reglementaire bepalingen (zoals weergegeven onder punt 1 van deze bijlage)
als voor de reguliere gradeproeven. De uitzonderingen op de reglementaire bepalingen en de uitleg van deze
rubriek staan in de brochure impuls aangepast sporten, die te downloaden is op de website van de KNHS.
BIJLAGE 2 - Protocol ernstig gewond of gestorven paard
A. Bij een ernstig ongeval:
1. De Behandelend Dierenarts wordt direct gewaarschuwd (of direct opgeroepen).
2. Door de Behandelend Dierenarts wordt in overleg met de Federatievertegenwoordiger en de (voorzitter van
de) jury een rapport opgesteld over de situatie/het ongeval. Hierin worden tevens de gegevens van de
deelnemer en de eigenaar vermeld, alsmede het levensnummer en andere identificatiegegevens van het
paard. Indien mogelijk worden kopieën van het paardenpaspoort gemaakt en aan de rapportage
toegevoegd. Tevens wordt vermeld of het paard verzekerd is en, indien mogelijk, bij welke
verzekeringsmaatschappij en onder welk polisnummer. Ook moet worden aangegeven of bloed- en/of
urinemonsters zijn afgenomen van het paard voor een controle op ongeoorloofde middelen.
3. Na het verlenen van de eerste hulp door de behandelend dierenarts, besluit deze of verdere behandeling
moet plaats vinden in een daarvoor aangewezen kliniek. De behandelend dierenarts treft alle
medicamenteuze voorzorgsmaatregelen om het paard veilig te vervoeren. Het paard wordt staand, of
desnoods liggend, naar de dichtstbijzijnde verwijskliniek vervoerd, die bereid is het paard op te nemen.
Geadviseerd wordt dit tevoren te overleggen met een nabijgelegen verwijskliniek en ervoor te zorgen dat
het telefoonnummer van deze kliniek beschikbaar is. Het vervoer naar de verwijskliniek dient door de
deelnemer en/of de verwijskliniek en/of de wedstrijdorganisatie te worden geregeld.
4. Indien een Controlerend Dierenarts aanwezig is (of opgeroepen wordt), wordt, indien de toestand van het
paard dit toelaat en indien dit niet nadelig is voor de geboden snelheid van (be)handelen, geprobeerd urine
en/of bloed van het desbetreffende paard te verkrijgen. De monsters worden door de Controlerend
Dierenarts verzegeld en verstuurd naar een door het KNHS-bestuur aan te wijzen laboratorium. Indien er
geen urine en/of bloed van het desbetreffende paard door de Controlerend Dierenarts is afgenomen wordt
dit door de verwijskliniek afgenomen.
5. In de verwijskliniek wordt het paard verder onderzocht en zonodig geëuthanaseerd in overleg met de
deelnemer die dit voorafgaand aan de euthanasie dient af te stemmen met de eigenaar. Indien de ruiter of
eigenaar niet aanwezig of bereikbaar zijn en er duidelijk sprake is van zinloos lijden zonder uitzicht op
herstel, dient de behandelend dierenarts deze beslissing te nemen. In dit geval dient er sectie op het
gestorven paard verricht te worden. Zie voor de verdere afhandeling onder B (punt 11 en verder) en C.
6. Zonodig wordt een perswoordvoerder aangesteld en/of een korte persmededeling opgesteld.
7. Wanneer zich een ernstig voorval voordoet tijdens een KNHS-wedstrijd wordt dit binnen 12 uur na de
wedstrijd telefonisch of per e-mail door de Federatievertegenwoordiger aan de KNHS gemeld.
8. Wanneer zich een ernstig voorval voordoet tijdens een internationale wedstrijd draagt de
wedstrijdorganisatie er zorg voor, dat dit binnen 12 uur na de desbetreffende wedstrijd telefonisch of per email door de dienstdoende Nederlandse FEI-dierenarts of een Nederlandse official aan de KNHS wordt
gemeld.
B. Paard overlijdt of moet worden geëuthanaseerd:
1. Paarden, die tijdens een wedstrijd onwel worden of een ongeluk krijgen, mogen als behandeling niet meer
mogelijk is en direct ingrijpen noodzakelijk is, uitsluitend geëuthanaseerd worden door de Behandelend
Dierenarts of wanneer de deelnemer (na voorafgaand overleg met de eigenaar) dit wenst door de privédierenarts. Noodslachting is niet toegestaan.
2. Wanneer een paard overlijdt, dient het overlijden te worden vastgesteld door de Behandelend Dierenarts.
Indien de Behandelend Dierenarts niet fysiek aanwezig is, dient deze direct te worden opgeroepen.
3. Na het overlijden of euthanaseren van het paard op een KNHS-wedstrijd of bij overlijden of euthanasie op
de dag van de KNHS-wedstrijd in de verwijskliniek dient altijd sectie (postmortaal onderzoek) door de
Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) te worden uitgevoerd.
4. Indien mogelijk, verkrijgt de Controlerend Dierenarts bloed en/of urine van het desbetreffende paard. Indien
er geen Controlerend Dierenarts aanwezig is zal de Behandelend Dierenarts bloed- en /of urinemonsters
nemen en deze bij het ophalen van het overleden paard aan de GD overdragen en vervolgens worden deze
door de GD verzegeld en verstuurd naar een door het KNHS-bestuur aan te wijzen laboratorium.
5. De sectie op het overleden paard wordt uitgevoerd door de GD te Deventer na verwijzing door de
Behandelend Dierenarts of de verwijskliniek. De dienstdoende Federatievertegenwoordiger, voorzitter van
de jury dan wel andere daartoe aangewezen KNHS-official informeert de GD via het volgende meldnummer
(speciaal telefoonnummer voor KNHS-secties) 088 202 5500. De GD neemt vervolgens contact op met de
melder en zal het overleden paard zo spoedig mogelijk op het opgegeven adres ophalen. De desbetreffende
KNHS-official ziet er vervolgens op toe dat de procedure zoals beschreven in dit protocol wordt gevolgd.
6. De GD zal het overleden paard slechts afvoeren na invulling door de dierenarts van het desbetreffende
GD inzendformulier. Op het inzendformulier staat duidelijk vermeld of de GD nog moet proberen bloed en/of
urine af te nemen of dat dit reeds is afgenomen.
7. De sectie wordt door de patholoog uitgevoerd op de eerstvolgende werkdag tenzij de eigenaar of zijn
verzekeringsmaatschappij in het weekend verzoekt om een directe sectie (dit brengt extra kosten met zich
mee voor de opdrachtgever). De patholoog zal na de sectie contact opnemen met de Behandelend
Dierenarts.
C. Sectie door de GD op het tijdens een KNHS-wedstrijd of in de verwijskliniek gestorven paard:
1. De gegevens van het gestorven paard, zoals vermeld op het inzendformulier van de Behandelend
Dierenarts, worden gecontroleerd door de dienstdoende patholoog. Bij twijfel wordt materiaal (haarwortels)
afgenomen en bewaard voor DNA-onderzoek.
2. Op het inzendformulier moet duidelijk vermeld staan of de GD nog moet proberen bloed en/of urine af te
nemen of dat dit reeds is afgenomen. De GD zal indien nodig alsnog proberen urine en serum te verzamelen
voor een controle op ongeoorloofde middelen.
3. De monsters worden verzegeld en verstuurd naar een door het KNHS-bestuur aan te wijzen laboratorium.
4. Er wordt een normale sectie uitgevoerd. Indien de GD aanleiding ziet voor aanvullend onderzoek zal zij de
KNHS hiervoor toestemming vragen.
5. Alle kosten van de sectie worden betaald door de KNHS.
6. Bijkomende kosten (wanneer bijvoorbeeld een directe sectie buiten werkuren wordt geëist door de
verzekeringsmaatschappij) worden door de KNHS doorberekend aan de deelnemer.
7. Het volledige sectierapport wordt door de GD verzonden naar de KNHS, die de deelnemer een afschrift
stuurt en –wanneer nodig– maatregelen neemt.
BIJLAGE 3 – KNHS Welzijnscode
De KNHS Welzijnscode staat gepubliceerd op de KNHS-site.
https://www.knhs.nl/welzijn/knhs-en-paardenwelzijn/
BIJLAGE 4 - Twaalf richtlijnen sectorraad Paarden “Welzijn van het Paard”
De KNHS maakt deel uit van de Sectorraad Paarden (SRP) en onderschrijft de twaalf richtlijnen voor
paardenhouders welke door de Sectorraad zijn uitgegeven.
1. Adequate voeding afgestemd op het individuele dier. Dit wil zeggen, voldoende voeding van goede
kwaliteit.
• Vrije toegang tot voldoende schoon drinkwater.
• Tenminste tweemaal daags voldoende ruwvoer aanbieden, tenzij er sprake is van beweiding in een wei met voldoende gras.
2. Boxoppervlakte voor individuele huisvesting is minimaal (2xstokmaat)2 voor pony’s kleiner dan 1,56m. De boxoppervlakte is minimaal 10m2 voor paarden >1,56m. Per 1 januari 2012 wordt deze standaard opgenomen bij toetsing van aanvragen voor nieuw- en verbouw van stallen. Er geldt een overgangsperiode
van 15 jaar voor bestaande stallen om per 1 januari 2027 boxmaten aangepast te hebben.
• De oppervlakte van de box voor hoogdrachtige merries voor tijdens het veulenen en voor een merrie met een veulen is minimaal 12 m2 tenzij er minimaal 8 uur weidegang per dag wordt toegepast.
• Stands, waarin paarden permanent aangebonden worden gehouden, uitfaseren en per 1 januari 2017 verbieden. Paarden die voor korte tijd worden aangebonden met als doel hoefverzorging, het verrichten van medische handelingen of tijdens pauze bij (buiten) ritten en evenementen/wedstrijden worden in het voorgaande niet meegenomen.
3. Beweging. Paarden in individuele huisvesting krijgen dagelijks minimaal 4 uur beweging buiten de box, tenzij dit niet mogelijk is door ziekte of gebrek.
4. Lichthoeveelheid in stallen is minimaal 80 lux gedurende 8 uur per dag.
5. Stallen en weides zijn deugdelijk en veilig. Er zijn geen uitsteeksels of andere zaken waaraan een paard zich zou kunnen verwonden.
• De sector vindt dat het gebruik van prikkeldraad voor paardenweides verboden moet worden. De Stichting Veilige Paardensport neemt dit op in het keuringsprotocol van het veiligheidscertificaat per 1 januari 2013.
• Er is een schuilgelegenheid aanwezig voor paarden die dag en nacht buiten verblijven (schuilstal of bossage in de vorm van bomen of struiken).
6. Adequate preventie en behandeling tegen ziektes of aandoeningen zoals vaccineren en ontwormen.
• Aantekening in het paspoort bij behandelingen die van belang zijn bij uitoefening in de sport.
• Zieke en/of kreupele paarden moeten de mogelijkheid hebben lijfelijk te worden afgezonderd van andere paarden.
• Het belasten van het jonge paard geschiedt met mate en aangepast aan de leeftijd. De samenwerkende partijen in de SRP stellen in hun reglementen leeftijdsgrenzen vast.
• Verenigingen van beroepsgroepen (onder andere hoefsmeden en gebitsverzorgers) stellen eigen
voorwaarden (certificering) voor lidmaatschap en oefenen controle uit op kwaliteit van de zorg.
• Het beslaan en bekappen van paarden gebeurt door een door de sector erkende hoefsmid.
• Paarden worden alleen door een door de sector erkende gebitsverzorger gecontroleerd en zo nodig
behandeld.
• Het is verboden om tastharen volledig te verwijderen.
• Het is niet toegestaan om de haren aan de binnenzijde van de oorschelp af te scheren, omdat deze de uitwendige gehoorgang beschermen. Het is echter geen probleem als overmatig uitstekende haren worden afgeknipt.
7. Couperen.
Deelname van paarden, geboren na 2004, met gecoupeerde staarten aan evenementen in Nederland is niet langer toegestaan, tenzij dit het gevolg is van een veterinair noodzakelijke ingreep.
8. Paardenmarkten mogen alleen gehouden worden als dit gebeurd conform het protocol (zie bijlage) dat opgesteld door de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD), Groep Geneeskunde Paard (GGP), SRP en Dierenbescherming.
9. Het houden van één paard is onwenselijk, tenzij dagelijks contact met één of meer soortgenoten mogelijk is.
10. Spenen gaat geleidelijk of spenen gebeurt in een groep van minimaal 2 veulens.
• Spenen gebeurt vanaf een leeftijd van 4 maanden.
• Opfokken gebeurt in een groep van minimaal 2 paarden.
11. Stereotype gedrag.
Stereotype gedrag mag niet worden belemmerd, mits de gezondheid van het paard
niet in het geding komt.
12. Zweepgebruik. Bovenmatig zweepgebruik is verboden. Zweepgebruik is toegestaan om het paard te corrigeren maar niet om te straffen.
BEGRIPSBEPALINGEN
Aanklager
De Aanklager als bedoeld in het Tuchtreglement van de KNHS.
Administratief verzuim
Het door een lid of lidvereniging niet voldoen aan die reglementaire bepalingen betrekking hebbende op de
algemene bepalingen en/of de voorwaarden en de richtlijnen voor deelname aan of het organiseren van
wedstrijden, die door de KNHS kunnen worden behandeld.
Administratieve heffing
Heffing conform de Wedstrijdtarievenlijst, opgelegd als gevolg van administratief verzuim.
Behandelend Dierenarts
De dierenarts die als zodanig bevoegd is op grond van de Wet op de Uitoefening van de Diergeneeskunde en die
uit hoofde van de praktijk of maatschap waar hij werkzaam is, door de wedstrijdorganisatie is aangezocht in
voorkomende gevallen diergeneeskundige hulp te verlenen.
Categorie wedstrijden
Indeling van wedstrijden op basis van de kenmerken volgens de reglementaire bepalingen.
Combinatie
Een combinatie wordt gevormd door één deelnemer met één paard en wordt gekenmerkt door een uniek
combinatienummer of spannummer, toegekend door de KNHS.
Controlerend Dierenarts
De dierenarts die als zodanig bevoegd is op grond van de Wet op de Uitoefening van de Diergeneeskunde en die is aangesteld om in opdracht van de KNHS controles uit te voeren overeenkomstig hetgeen in het Reglement Ongeoorloofde Middelen voor het Paard is bepaald.
Dagstartpas
Startdocument voor niet-leden om gedurende één dag deel te nemen aan een KNHS-wedstrijd of rubriek en die
zich daardoor conformeren aan de KNHS-reglementen.
Deelnemer
Een natuurlijk persoon die aan een KNHS-wedstrijd deelneemt. Waar in dit reglement sprake is van ‘hij’ wordt
tevens ‘zij’ bedoeld.
Digitaal inschrijfformulier
Een door de KNHS vervaardigd formulier dat volledig ingevuld digitaal naar de wedstrijdorganisatie wordt
verzonden en dat wordt aangemerkt als officiële opgave.
Discipline
Eén bepaalde tak van de hippische sport.
Disciplinereglement
Een reglement met bepalingen, geldend voor een specifieke discipline.
Diskwalificatie van de deelnemer
Het door een deelnemer niet (verder) mogen deelnemen aan enig onderdeel/rubriek/ proef van de wedstrijd, met welk paard dan ook.
Diskwalificatie van de combinatie
Het door een combinatie niet (verder) mogen deelnemen aan enig onderdeel/rubriek/proef van de wedstrijd.
Diskwalificatie van het paard
Het door een paard niet (verder) mogen deelnemen aan enig onderdeel/rubriek/proef van de wedstrijd, met welke deelnemer dan ook.
DNA-nummer
Een door een laboratorium toegekend uniek nummer, waaronder het DNA-profiel van een paard conform de
wettelijke bepalingen is geregistreerd.
E-pony
Een eenhoevig rij- en/of trekdier, niet zijnde een (muil)ezel of muildier, waarvan de stokmaat groter is dan 148 cm en kleiner is dan 157 cm en dat als klein paard de status van E-pony krijgt om aan ponywedstrijden te kunnen deelnemen.
Federatievertegenwoordiger
Een official, die door het KNHS-bestuur wordt afgevaardigd naar een wedstrijd.
FEI
Fédération Equestre Internationale, de internationale overkoepelende paardensportorganisatie, waarvan de KNHS lid is.
FEI-wedstrijd
Wedstrijd welke bij de FEI is aangemeld en waarvoor door de FEI een goedgekeurd vraagprogramma is afgegeven.
Gastlicentie
Een aan voorwaarden gebonden tijdelijke startpermissie voor buitenlandse deelnemers, afgegeven door een
nationale federatie (in dit reglement de KNHS), om deel te mogen nemen aan nationale wedstrijden, georganiseerd door deze nationale federatie (in dit reglement de KNHS).
Gedragscode ‘Welzijn van het paard’
De door de FEI opgestelde internationale gedragscode ter bescherming van het welzijn van het paard.
Gedragscode
Een beschrijving van gedragsregels waaraan leden, deelnemers, instructeurs en/of officials zich op wedstrijden
en/of de uitoefening van hun functie moeten houden.
Geklasseerd zijn
De hoogste klasse waarin een winstpunt behaald is.
Hors Concours
Het buiten mededinging deelnemen aan een wedstrijd.
Hulp van derden
Elke tussenkomst en/of hulp van buitenaf, gevraagd of ongevraagd, met als kennelijk doel de prestatie van een
deelnemer en/of diens paard(en) te beïnvloeden.
IHEC
Overlegorgaan voor wedstrijdorganisaties van internationale wedstrijden in Nederland.
Indoorwedstrijden
Indoorwedstrijden mogen het gehele jaar gehouden worden.
KNHS
Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie, de enige door de FEI, het NOC*NSF, het Ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit erkende
paardensportorganisatie in Nederland.
KNHS-kampioenschap
Een nationaal kampioenschap in de op één na hoogste en lagere klassen in een discipline, waaraan KNHS-leden, ongeacht hun nationaliteit, mogen deelnemen.
KNHS-ponymeter
Een door de KNHS aangestelde official, die bevoegd is pony’s te meten conform de door de KNHS vastgestelde
meetprocedure.
KNHS-wedstrijd
Wedstrijd welke bij de KNHS is aangemeld en waarvoor door de KNHS een goedgekeurd vraagprogramma is
afgegeven.
Leden
Belangenverenigingen, nationale verenigingen, regioverenigingen, kringverenigingen, mendistrictverenigingen,
lokale verenigingen en de natuurlijke personen, die lid zijn van genoemde verenigingen.
Leeftijd paard
De leeftijd van een paard wordt gerekend vanaf 1 januari van het geboortejaar.
Levensnummer
Een uniek nummer, dat conform de wettelijke richtlijnen aan een paard wordt toegekend bij de (eerste) registratie van het paard.
Licentie
Een aan voorwaarden gebonden tijdelijke startpermissie voor leden, afgegeven door de eigen nationale federatie, om deel te mogen nemen aan nationale wedstrijden georganiseerd door een buitenlandse nationale federatie.
Permission (als startpermissie)
Een aan voorwaarden gebonden tijdelijke startpermissie voor leden, afgegeven door de eigen nationale federatie, om deel te mogen nemen aan nationale wedstrijden georganiseerd door een buitenlandse nationale federatie.
Licentie (voor uitoefening taak/functie)
Een persoonsgebonden, door het KNHS-bestuur afgegeven registratie, die de bevoegdheid aangeeft van de
houder van de licentie tot het geven van hippische instructie en/of begeleiding of het fungeren als official.
Licentie (voor organiseren van een wedstrijd)
Een aan een lidvereniging of licentiehouder, door het KNHS-bestuur afgegeven registratie, die de bevoegdheid
aangeeft van de houder van de licentie tot het organiseren van KNHS-wedstrijden.
Licentiereglement
Regels met betrekking tot de licenties van instructeurs, officials en/of wedstrijdorganisaties ten behoeve van het licentiesysteem van de KNHS.
Nederlands Kampioenschap
Een kampioenschap waaraan KNHS-leden met de Nederlandse nationaliteit mogen deelnemen, dat wordt
gehouden voor deelnemers in de hoogste klasse per discipline.
Niet aangemelde wedstrijd
Niet aangemelde wedstrijden zijn een wedstrijd/wedstrijdrubrieken welke niet bij de KNHS, een buitenlandse
zusterorganisatie of de FEI zijn aangemeld en waarvoor door de KNHS, buitenlandse zusterorganisatie of de FEI geen goedgekeurd vraagprogramma is afgegeven.
Oefenrubrieken
Trainingsrubrieken waarbij geen beoordeling plaatsvindt en waarbij geen klassement wordt opgemaakt. De
verantwoordelijkheid van oefenrubrieken voor wat betreft uitvoering en regels ligt bij de organisator.
Official
Een natuurlijk persoon, die is benoemd door het KNHS-bestuur om tijdens wedstrijden conform de reglementaire bepalingen een functie te vervullen.
Officiallijst
Een overzicht van officials inclusief hun bevoegdheden.
Officiële Mededelingen
De door het KNHS-bestuur aangewezen communicatiemiddelen waarin alle officiële mededelingen van de KNHS, het KNHS-bestuur alsmede van organen, commissies en de algemeen directeur van de KNHS worden
gepubliceerd.
Onderlinge wedstrijd
Wedstrijd zoals omschreven in artikel 3 lid 1 sub f van dit reglement.
Outdoorwedstrijden
Outdoorwedstrijden mogen gedurende het gehele jaar gehouden worden.
Paard
Een eenhoevig rij- en/of trekdier, niet zijnde een (muil)ezel of muildier, met een stokmaat van 148,1 cm of hoger. Waar in de reglementen ‘paard’ is vermeld wordt daarmee ook ‘pony’ bedoeld, tenzij anders vermeld.
Paardenpaspoort
Het bij een paard behorend identificatiedocument dat voldoet aan de wettelijke bepalingen, afgegeven door de
KNHS of door een andere erkende paspoortuitgevende instantie.
Parcoursschets
Een tekening, gemaakt door de parcoursbouwer, waarop nauwkeurig de hindernissen en alle bijzonderheden van het parcours zijn aangegeven.
Pony
Een eenhoevig rij- en/of trekdier, niet zijnde een (muil)ezel of muildier, waarvan de stokmaat 148 cm of kleiner is.
Ponycategorie
De categorie-indeling van pony’s op basis van de stokmaat.
Privé-dierenarts
De dierenarts die als zodanig bevoegd is op grond van de Wet op de Uitoefening van de Diergeneeskunde en die door een deelnemer met de behandeling van zijn paard is belast.
Protocol
Een door de KNHS uitgegeven document waarop het resultaat door de official wordt geregistreerd.
Raad van Appèl
De Raad van Appèl als bedoeld in het Tuchtreglement.
Rubriek
Een afgerond gedeelte van een wedstrijd waarvan na afloop een klassement wordt opgemaakt.
Show/Demonstratie
Het tonen van paarden in de wedstrijdring, al dan niet gepaard gaand met het uitvoeren van verrichtingen en/of
proeven, niet vallende onder de KNHS-wedstrijdreglementen.
Sportbrief
Een door een geregistreerde Specialist Inwendige Ziekten van het Paard of een geregistreerd Specialist Veterinaire Diagnostische Beeldvorming afgegeven schriftelijke verklaring, waarin de cardiologische gesteldheid van een paard is beschreven.
Startgerechtigdheid
De klasse waarin een deelnemer volgens de per discipline opgestelde inschalingtabel mag uitkomen op KNHS-wedstrijden.
Startpas
Voor een combinatie of persoon door de KNHS uitgegeven startdocument, benodigd voor wedstrijddeelname.
Span
Een span wordt gevormd door één deelnemer met één of meer paard(en): enkelspan, tweespan, tandem, klavertje drie, random en vierspan.
Stokmaat
De hoogte van een ‘vierkant staand’ paard zonder hoefijzers, gemeten van het hoogste punt van de schoft tot aan de grond.
Tarievenlijst
Door de Ledenraad vastgestelde lijst met de tarieven van de diensten en producten van de KNHS, die jaarlijks per 1 januari ingaat.
Transponder
Een ter identificatie bij een paard ingebracht elektronisch implantaat met een uniek nummer.
Transponderlezer
Een instrument om de gegevens van een in een paard ingebrachte transponder af te lezen.
Tuchtcollege
Het Tuchtcollege, dan wel een kamer daarvan, als bedoeld in het Tuchtreglement van de KNHS.
UELN-nummer
Universal Equine Life Number (zie levensnummer).
Uitslagenlijst
Lijst op volgorde van de uitslag van een rubriek welke ondertekend door de (voorzitter van de) jury bij de KNHS
wordt aangeboden ter registratie van de resultaten.
Uitsluiting
Het door een combinatie of span niet (verder) mogen deelnemen aan een onderdeel/rubriek/proef van de wedstrijd. De combinatie of het span komt niet in aanmerking voor een klassering in die desbetreffende rubriek.
Verjaringsregeling
Een aan voorwaarden verbonden mogelijkheid om in een lagere klasse uit te komen op KNHS-wedstrijden.
Vraagprogramma
Een document waarmee een wedstrijdorganisatie goedkeuring dient te vragen aan de KNHS om een KNHSwedstrijd te kunnen organiseren.
Wedstrijd
Een wedstrijd is een verzameling van 1 of meerdere rubrieken waarvoor een klassement wordt opgemaakt en die worden verreden verdeeld over 1 of meerdere aaneengesloten wedstrijddagen op eenzelfde locatie.
Wedstrijddag
Etmaal waarin een wedstrijd of een gedeelte daarvan plaatsvindt, steeds eindigend om 24.00 uur.
Wedstrijddierenarts
Die dierenarts, die als zodanig bevoegd is op grond van de Wet op de Uitoefening van de Diergeneeskunde en die voor wedstrijden in de disciplines Mennen, Eventing, Endurance en Mendurance door de wedstrijdorganisatie is verzocht de veterinaire keuring te verzorgen voor, tijdens en na de wedstrijd, overeenkomstig hetgeen in het desbetreffende disciplinereglement is bepaald.
Wedstrijdorganisatie
Een lidvereniging of licentiehouder, die bevoegd is KNHS-wedstrijden te organiseren.
Wedstrijdklasse
Niveau in de wedstrijdsport, gereglementeerd door de KNHS.
Wedstrijdtarievenlijst
Door het KNHS-bestuur vastgestelde lijst met alle op wedstrijden van toepassing zijnde tarieven, die jaarlijks per 1 april ingaat.
Wedstrijdterrein
Alle tot de wedstrijd behorende locaties, accommodaties en terreinen.