A. Bij een ernstig ongeval:
- De Behandelend Dierenarts wordt direct gewaarschuwd (of direct opgeroepen).
- Door de Behandelend Dierenarts wordt in overleg met de Federatievertegenwoordiger en de (voorzitter van
de) jury een rapport opgesteld over de situatie/het ongeval. Hierin worden tevens de gegevens van de deelnemer en de eigenaar vermeld, alsmede het levensnummer en andere identificatiegegevens van het paard. Indien mogelijk worden kopieën van het paardenpaspoort gemaakt en aan de rapportage toegevoegd. Tevens wordt vermeld of het paard verzekerd is en, indien mogelijk, bij welke verzekeringsmaatschappij en onder welk polisnummer. Ook moet worden aangegeven of bloed- en/of urinemonsters zijn afgenomen van het paard voor een controle op ongeoorloofde middelen. - Na het verlenen van de eerste hulp door de behandelend dierenarts, besluit deze of verdere behandeling moet plaats vinden in een daarvoor aangewezen kliniek. De behandelend dierenarts treft alle medicamenteuze voorzorgsmaatregelen om het paard veilig te vervoeren. Het paard wordt staand, of desnoods liggend, naar de dichtstbijzijnde verwijskliniek vervoerd, die bereid is het paard op te nemen.
Geadviseerd wordt dit tevoren te overleggen met een nabijgelegen verwijskliniek en ervoor te zorgen dat
het telefoonnummer van deze kliniek beschikbaar is. Het vervoer naar de verwijskliniek dient door de
deelnemer en/of de verwijskliniek en/of de wedstrijdorganisatie te worden geregeld. - Indien een Controlerend Dierenarts aanwezig is (of opgeroepen wordt), wordt, indien de toestand van het
paard dit toelaat en indien dit niet nadelig is voor de geboden snelheid van (be)handelen, geprobeerd urine
en/of bloed van het desbetreffende paard te verkrijgen. De monsters worden door de Controlerend
Dierenarts verzegeld en verstuurd naar een door het KNHS-bestuur aan te wijzen laboratorium. Indien er
geen urine en/of bloed van het desbetreffende paard door de Controlerend Dierenarts is afgenomen wordt
dit door de verwijskliniek afgenomen. - In de verwijskliniek wordt het paard verder onderzocht en zonodig geëuthanaseerd in overleg met de
deelnemer die dit voorafgaand aan de euthanasie dient af te stemmen met de eigenaar. Indien de ruiter of
eigenaar niet aanwezig of bereikbaar zijn en er duidelijk sprake is van zinloos lijden zonder uitzicht op
herstel, dient de behandelend dierenarts deze beslissing te nemen. In dit geval dient er sectie op het
gestorven paard verricht te worden. Zie voor de verdere afhandeling onder B (punt 11 en verder) en C. - Zonodig wordt een perswoordvoerder aangesteld en/of een korte persmededeling opgesteld.
- Wanneer zich een ernstig voorval voordoet tijdens een KNHS-wedstrijd wordt dit binnen 12 uur na de
wedstrijd telefonisch of per e-mail door de Federatievertegenwoordiger aan de KNHS gemeld. - Wanneer zich een ernstig voorval voordoet tijdens een internationale wedstrijd draagt de
wedstrijdorganisatie er zorg voor, dat dit binnen 12 uur na de desbetreffende wedstrijd telefonisch of per email door de dienstdoende Nederlandse FEI-dierenarts of een Nederlandse official aan de KNHS wordt
gemeld.
B. Paard overlijdt of moet worden geëuthanaseerd:
- Paarden, die tijdens een wedstrijd onwel worden of een ongeluk krijgen, mogen als behandeling niet meer
mogelijk is en direct ingrijpen noodzakelijk is, uitsluitend geëuthanaseerd worden door de Behandelend
Dierenarts of wanneer de deelnemer (na voorafgaand overleg met de eigenaar) dit wenst door de privédierenarts. Noodslachting is niet toegestaan. - Wanneer een paard overlijdt, dient het overlijden te worden vastgesteld door de Behandelend Dierenarts.
Indien de Behandelend Dierenarts niet fysiek aanwezig is, dient deze direct te worden opgeroepen. - Na het overlijden of euthanaseren van het paard op een KNHS-wedstrijd of bij overlijden of euthanasie op de dag van de KNHS-wedstrijd in de verwijskliniek dient altijd sectie (postmortaal onderzoek) door de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) te worden uitgevoerd.
- Indien mogelijk, verkrijgt de Controlerend Dierenarts bloed en/of urine van het desbetreffende paard. Indien
er geen Controlerend Dierenarts aanwezig is zal de Behandelend Dierenarts bloed- en /of urinemonsters
nemen en deze bij het ophalen van het overleden paard aan de GD overdragen en vervolgens worden deze
door de GD verzegeld en verstuurd naar een door het KNHS-bestuur aan te wijzen laboratorium. - De sectie op het overleden paard wordt uitgevoerd door de GD te Deventer na verwijzing door de
Behandelend Dierenarts of de verwijskliniek. De dienstdoende Federatievertegenwoordiger, voorzitter van
de jury dan wel andere daartoe aangewezen KNHS-official informeert de GD via het volgende meldnummer
(speciaal telefoonnummer voor KNHS-secties) 088 202 5500. De GD neemt vervolgens contact op met de
melder en zal het overleden paard zo spoedig mogelijk op het opgegeven adres ophalen. De desbetreffende
KNHS-official ziet er vervolgens op toe dat de procedure zoals beschreven in dit protocol wordt gevolgd. - De GD zal het overleden paard slechts afvoeren na invulling door de dierenarts van het desbetreffende
GD inzendformulier. Op het inzendformulier staat duidelijk vermeld of de GD nog moet proberen bloed en/of
urine af te nemen of dat dit reeds is afgenomen. - De sectie wordt door de patholoog uitgevoerd op de eerstvolgende werkdag tenzij de eigenaar of zijn
verzekeringsmaatschappij in het weekend verzoekt om een directe sectie (dit brengt extra kosten met zich
mee voor de opdrachtgever). De patholoog zal na de sectie contact opnemen met de Behandelend
Dierenarts.
C. Sectie door de GD op het tijdens een KNHS-wedstrijd of in de verwijskliniek gestorven paard:
- De gegevens van het gestorven paard, zoals vermeld op het inzendformulier van de Behandelend Dierenarts, worden gecontroleerd door de dienstdoende patholoog. Bij twijfel wordt materiaal (haarwortels) afgenomen en bewaard voor DNA-onderzoek.
- Op het inzendformulier moet duidelijk vermeld staan of de GD nog moet proberen bloed en/of urine af te nemen of dat dit reeds is afgenomen. De GD zal indien nodig alsnog proberen urine en serum te verzamelen voor een controle op ongeoorloofde middelen.
- De monsters worden verzegeld en verstuurd naar een door het KNHS-bestuur aan te wijzen laboratorium.
- Er wordt een normale sectie uitgevoerd. Indien de GD aanleiding ziet voor aanvullend onderzoek zal zij de KNHS hiervoor toestemming vragen.
- Alle kosten van de sectie worden betaald door de KNHS.
- Bijkomende kosten (wanneer bijvoorbeeld een directe sectie buiten werkuren wordt geëist door de verzekeringsmaatschappij) worden door de KNHS doorberekend aan de deelnemer.
- Het volledige sectierapport wordt door de GD verzonden naar de KNHS, die de deelnemer een afschrift stuurt en –wanneer nodig– maatregelen neemt.