In het paardenpaspoort dient een geldig overzicht te zijn geregistreerd van de aan het paard toegediende vaccinaties, inclusief de verplicht gestelde vaccinaties tegen influenza. Per 1 april 2022 zijn deze eisen aangepast voor paarden die geboren zijn vanaf 2022, deze hebben 3 basisvaccinaties nodig.
Per 1 april 2024 geldt dit voor alle paarden waarvan de basisvaccinatie is verlopen. Nieuwe basisvaccinaties bestaan vanaf dan uit 3 vaccinaties.
Voor meer informatie zie Artikel 47 - Controle op wedstrijddocumenten uit het Algemeen wedstrijdreglement. (artikel geldig vanaf 1 april 2024)
Artikel 47 - Controle op wedstrijddocumenten
3 In het paardenpaspoort dient op de pagina “Influenza vaccinaties” een geldig overzicht te zijn geregistreerd van de verplicht gestelde vaccinaties tegen influenza en op de pagina “Overige vaccinaties” dienen alle overige aan het paard toegediende vaccinaties te worden vermeld.
A. Voor paarden geboren voor 1 januari 2022, dient de basisvaccinatie tegen influenza te bestaan uit twee vaccinaties, die minimaal 21 en maximaal 92 dagen na elkaar moeten zijn toegediend. In de periode tussen deze twee vaccinaties mag het paard niet op wedstrijden worden uitgebracht.
Voor paarden geboren in het jaar 2022 of later dient de basisvaccinatie tegen influenza uit drie vaccinaties te bestaan: De tweede vaccinatie moet minimaal 21 en maximaal 92 dagen na de eerste zijn toegediend, gevolgd door een derde vaccinatie die minimaal 120 dagen en maximaal 7 maanden na de tweede vaccinatie moet zijn toegediend. In de periode tussen de eerste en de tweede vaccinatie mag het paard niet op wedstrijden worden uitgebracht. In de periode tussen de tweede en de derde vaccinatie mag het paard op wedstrijd worden uitgebracht met inachtneming van lid 3c van dit reglement.
Alle basisvaccinaties die gezet worden vanaf 1 april 2024 moeten uit 3 vaccinaties bestaan. De tweede basisvaccinatie moet minimaal 21 en maximaal 60 dagen na de eerste basisvaccinatie worden toegediend. De derde vaccinatie (1e booster) minimaal 120 dagen en maximaal 6 maanden en 21 dagen daarna. In de periode tussen de eerste en de tweede vaccinatie mag het paard niet op wedstrijden worden uitgebracht. In de periode tussen de tweede en derde vaccinatie mag het paard wel op wedstrijd worden uitgebracht met inachtneming van lid 3c van dit reglement
B. Vervolgens dient jaarlijks de vervolgenting te zijn gegeven (voorbeeld: wanneer een paard op 1 maart 2020 is geënt, dan dient de vervolgenting op uiterlijk 1 maart 2021 plaats te vinden).
C. Een vaccinatie dient minimaal zeven dagen voor de (eerste) wedstrijd(dag) te zijn toegediend. Het is in deze zeven dagen niet toegestaan het betreffende paard uit te brengen op wedstrijden
D. Vermeldingen van vaccinaties zijn uitsluitend geldig wanneer deze zijn voorzien van de sticker met het batchnummer van de entstof (of de vermelding van het serie/ batchnummer van de entstof ingeschreven door de dierenarts die de vaccinatie heeft toegediend), de datum van de enting en de handtekening en het (praktijk)stempel van de dierenarts, die de vaccinatie heeft toegediend.In geval van een schrijffout van de dierenarts, moet de correctie eveneens voorzien zijn van een handtekening van deze dierenarts en zijn (praktijk)stempe
E. Wanneer de basisenting en de vervolgentingen voorheen in een afzonderlijk vaccinatieboekje zijn vastgelegd, dient de dierenarts de volgende tekst in het paardenpaspoort op te nemen: “the vaccination history of this horse/pony is correct. Last vaccination on: [datum]. Deze Engelse regel dient te zijn opgenomen in een FEI-paspoort. Voor paarden met een ander paspoort dan een FEI-paspoort, volstaat de regel in het Nederlands. Deze regel moet zijn afgetekend en afgestempeld door de dierenarts, ongeacht de taal waarin de regel is opgenomen.