Toelichting op verbod te strakke neusriem

De KNHS maakt zich sterk voor het welzijn van het paard en daarom is per 1 april 2019 een wijziging in het Algemeen Wedstrijdreglement dat te strakke neusriemen in alle disciplines verbiedt. We vinden dat, ondanks dat er discussie kan ontstaan over de meting, het noodzakelijk is om hiervoor binnen de KNHS-reglementen een richtlijn op te stellen. In deze video willen we het belang en de inhoud van deze nieuwe regel verder toelichten.


Uit onderzoek is gebleken dat een te strakke neusriem invloed kan hebben op het welzijn van het paard.

Er zijn veel verschillende soorten neusriemen. In alle gevallen mogen ze niet te strak worden vastgemaakt. De KNHS hanteert de regel dat er minimaal 1,5 cm. ruimte moet zijn tussen neusriem en neusbot. De neusriem zit goed als;

  • Er minimaal 1,5 cm ruimte zit tussen de neusriem en het neusbot;
  • Er genoeg ruimte zit tussen het onderste puntje van het jukbeen en de neusriem;
  • De neusriem onder het ‘foramen infraorbitale’ (de opening in de schedel halverwege de bovenkaak) ligt. Uit het foramen infraorbitale komen namelijk allemaal zenuwen en bloedvaten;
  • De neusriem de ademhaling van het paard niet beperkt; 
  • De neusriem uitkomt boven de ‘processus nasalis ossis incisivi’ (de inkeping van het neusbot). 

Zit de neusriem goed, dan:

  • Kan het paard zijn lichaam goed bewegen; 
  • Kan het paard natuurlijk gedrag vertonen zoals slikken, kauwen, gapen en het ontspannen van de onderkaak; 
  • Krijgt het paard geen pijn door het afknellen van de structuren of het belemmeren van beweging.