EVC is een afkorting van (het erkennen van) Eerder Verworven Competenties. Het doel van het EVC-traject is vaststellen of de kandidaat de competenties, die nodig zijn voor het uitoefenen van het beroep van instructeur, voldoende beheerst. Mensen kunnen op allerlei manieren competenties ontwikkelen. Bijvoorbeeld door in de praktijk te werken, door het volgen van een opleiding, door vrijwilligerswerk of door het volgen van cursussen. Dit betekent dat mensen op veel verschillende manieren competenties verwerven, waarbij lang niet altijd een formele erkenning van deze competenties wordt gegeven in de vorm van een erkend diploma of certificaat. In het EVC-traject worden de aanwezige competenties geïnventariseerd, beoordeeld en indien mogelijk erkend in de vorm van een ORUN-diploma. De beoordeling is onafhankelijk van de manier waarop de competenties zijn ontwikkeld. Met andere woorden: het gaat er niet om op welke manier de competenties zijn geleerd, maar of iemand kan bewijzen dat hij of zij de competenties bezit. Lees hier meer informatie over het EVC-traject, de toelatingseisen voor dit traject en hoe je je kunt aanmelden.
Schematisch ziet het EVC-traject er als volgt uit: