“Maak van je paard een betere versie van zichzelf”

Bijna 600 bezoekers wist paardenfysiotherapeut Gisella Bartels afgelopen donderdag te boeien tijdens de College Tour 'Hoe functioneert een paardenlichaam in de training'. Het aanwezige publiek kreeg veel praktische tips voor het trainen van een dressuur- of springpaard. Daarbij kwamen er vanuit dit publiek ook interessante vragen via de WhatsApp binnen, waar Gisella een duidelijk antwoord op had.

Eerst kwamen er verschillende paarden aan de hand in de baan. Het skelet aan de ene kant, maar ook de spieren aan de andere kant waren op de paarden geschilderd om een en ander duidelijk aan te kunnen geven. “Om een paard goed te kunnen trainen moet je eerst goed kijken naar het exterieur en hoe het paard beweegt, maar ook het paard afvoelen oftewel palperen” aldus Gisella, die al 20 jaar actief is als paardenfysiotherapeut. Gisella legt uit waar en hoe er gevoeld kan worden om eventuele ongemakken op te sporen. Vervolgens geeft Gisella aan waar je nog meer naar kunt kijken: “Zit de bespiering op de plaats waar je het graag wil en functioneel is? Zijn het juist de stuwende of de dragende spieren die meer ontwikkeld zijn? Is de bespiering links en rechts gelijk en wat zijn de aandachtpunten vanuit het exterieur waar rekening mee moet worden gehouden? Maar kijk ook eens kritisch naar je paard in stap en draf. Maakt het paard in beweging gelijke passen, veren de kogels even ver door? Zakt het bekken aan beide zijden evenveel?”

Waarom halsstrekken?

Vervolgens werden deze paarden, maar ook andere onder het zadel voorgesteld. Dressuurruiters Dominique en Brecht D’Hoore, Karen Nijvelt en springruiter Wesley Mulder hadden fijne paarden meegenomen, die niet direct spectaculair bewogen of sprongen. Juist door functioneel en verantwoord trainen, komen deze paarden in veel harmonie tot het hoogste niveau. “Een paard kan de ruiter dragen door zijn hals te laten zakken en/of zijn onderlijn aan te spannen. Voor een jong paard is regelmatig halsstrekken dus ook belangrijk. Maar ook een paard dat meer naar de verzameling getraind wordt, kan even ontspannen en de ruiter dragen door zijn hals te strekken. Daarbij zal het paard in actieve stap met halslengte zowel flexie, extensie, zijdelingse buiging als rotatie tonen, waardoor het mooi los door het lichaam wordt. Regelmatig actief stappen met halslengte en naar de hand toe, is dus belangrijk”, benadrukt Bartels, die tevens aangaf welke spieren in welke oefeningen gebruikt werden.

Gebruik de sterke punten

“Als je een paard traint, werkt dat niet anders als bij de mens. Ga maar eens in de squat-houding staan. Je voelt dit steeds meer in je beenspieren. Zo erg dat het op een gegeven moment gaat trillen. Besef je dat als je een paard traint dat je dit ook vraagt van zijn spieren en je soms dus even een stapje terug moet doen als hij iets niet wil, want zijn spieren kunnen verzuurd zijn. Natuurlijk is er een verschil tussen training en scholing. Training heeft met de ontwikkeling van de spieren te maken en scholing met het aanleren van hulpen. Deze twee botsen nog wel eens. Een goede ruiter of trainer weet wanneer het paard juist meer getraind of geschoold moet worden. Gebruik de sterke punten van je paard om het te verbeteren, zodat het paard zich zo ontwikkelt dat het een betere versie van zichzelf wordt. Vergeet niet; houd eerst van het paard en dan van de sport”, besluit Gisella.

Tekst: Carlijn de Boer